Zijn deze zinnen correct gespeld?

Alle drie goed. Denk maar aan de ezelsbruggetjes :

de lamp brandT - de lamp werkT
waarom beantwoord je - waarom werk je
de dokter verbindT- de dokter werkT

Vervang het werkwoord gewoon door een werkwoord dat niet eindigt op een d, dan hoor je vanzelf of er een t achter komt of niet.

Ja het is correct.

D heb je alelen als het werkwoord een d als einde van de stam heeft: branden = brand
Jij / Hij / Zij als onderwerp: + t

Beantwoord is een instinker: In een vraag ('je' staat achter het werkwoord) krijg je geen t

Verbindt: verbinden => verbind hij: +t

Deze zijn goed gespeld.

- De lamp brandt in de kamer.
'brandt' is de persoonsvorm. Er staat geen ik in de zin of je/jij achter de persoonsvorm. Dus stam + t
- Waarom beantwoord je deze vraag niet?
'beantwoord' is de persoonsvorm. Nu staat er je achter, waarvan je jij kunt maken. Dus alleen de stam.
- De dokter verbindt de wond.
'verbindt' is ook een persoonsvorm. De dokter verbindt, er staat geen ik in de zin, of je/jij er achter. Dus stam + t

(Als je van 'je' achter een persoonsvorm geen 'jij' kunt maken is het wel stam + t.
Bijvoorbeeld: Wat biedt je broer? (Van je kun je geen jij maken, stam +t)

Ze zijn alle drie goed. Er zijn regeltjes voor:
staat er je/jij achter de persoonsvorm, bijvoorbeeld: brand je; dan komt er geen t achter.

Als de persoonsvorm achter het onderwerp staat, kijk je naar het onderwerp: is het ik; dan komt er geen t achter: ik brand
is het je/jij; dan komt er wel een t achter
je/jij brandt
is het hij/zij/het; dan komt er ook een t achter:
hij/zij/het brandt

Let wel op: Je moet 'je' kunnen veranderen in jij als het erachter staat:
Waarom beantwoord je deze vraag niet?
Waarom beantwoord jij deze vraag niet?
en wanneer er wel een t bij komt:
Waarom beantwoord je boek deze vraag niet?
Bij de laatste zin kan 'Waarom beantwoord jij boek deze vraag niet?' dus niet, omdat je daar een bezittelijk voornaamwoord is.

Ik hoop dat je er wat aan hebt.

groetjes

Al heel veel goede antwoorden zie ik. Brandt is een pv en kun je in de vt zetten, of meervoud dus komt er een t achter. Bij beantwoord je gebruik ik vaak het woord loop. Waarom loop je. Maar wel weer Waarom loopt je broer. Omdat broer er achter staat. Bij verbindt kun je loop weer gebruiken. De dokter loopt. Overigens zijn er drie regels voor. Je kunt de pv enkelvoud of meervoud zetten. In de vt of tt. en je kunt de pv als vraag stellen. Vebind de doker? De dokter verbond, en de dokters verbonden.