Wanneer gebruik je ''had'' en wanneer gebruik je ''heeft'' (en alle vervoegingen)?

Ik heb + voltooid deelwoord is Voltooid Tegenwoordige Tijd oftewel v.t.t.
Hiermee geef je een handeling aan die al voltooid (voorbij) is, vandaar het gebruik van het voltooid deelwoord. Het gaat om een bepaalde tijd, en geen langere duur. En vaak is het resultaat van de handeling op het moment van spreken nog van belang.
Voorbeeld: Het heeft geregend (en daarom is mijn jas doorweekt)


Ik had + voltooid deelwoord, is Voltooid Verleden Tijd, oftewel v.v.t.
Hiermee geef je ook een handeling aan die al voltooid (voorbij) is, maar die een andere handeling vooraf gaat. Dus er gebeurt nog iets ná.
Voorbeeld: Hij had zijn eigen huis verkocht voordat hij naar het buitenland vertrok.
Zij was al overleden voor de ambulance ter plaatse was.

Eigenlijk kun je dit dus vervangen door het woordje "toen". (Toen hij naar het buitenland vertrok had hij zijn eigen huis verkocht)

Ik zou het gedaan hebben is de Onvoltooid verleden toekomende tijd, oftewel O.v.t.t. en deze gebruik je voornamelijk voor een hypothetische situatie, oftewel een als/dan situatie. (Als ik jou was, dan zou ik het gedaan hebben = hypothetisch)


Toevallig heb ik onlangs mijn zoon overhoord voor zijn proefwerk Nederlands, en kwam dit allemaal weer voorbij.
Het is eigenlijk best leuk als je je erin verdiept.