Wat is het metrum van dit gedicht?
Later, als ik zwakzinnig ben
met schoothond en schrikvel
houd ik een kruik warm
tegen me aan en praat
ik met je in mijn slaap.
Als je nu kan begrijpen
wat ik dan ga bedoelen,
krakende dorre tak dat ik ben,
ga ik me niet zo afgebroken voelen
maar meer een uitgeblazen paarde-
bloem. Hoor je me dazen?
Daar gaan mijn parachuutjes al.
Uit: Judith Herzberg, Zeepost. Amsterdam, Van Oorschot, (1963)
Is dit een jambe, trochee, anapest of dactylus? Zelf dacht ik eerder aan een anapest.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.