Waarom sleurden bevelhebbers vroeger soms hun ganse kunstcollectie mee?
Er zijn een aantal voorbeelden bekend van bevelhebbers die op het slagveld hebben en houden verloren, maar vooral belangrijke kunstschatten. Twee voorbeelden: Karel de Stoute (die gevederde hoed, ik denk dat vele van de toen buitgemaakte stukken nu liggen in een museum in Bern) en Napoleon. (men liet hem ontsnappen om de vele wagens met zijn fortuin te kunnen plunderen) Ook andere regeringsleiders of gekroonde hoofden sleurden geregeld alles mee. Maar waarom werden deze kunstschatten meegenomen naar het slagveld? Was men zo zeker van de overwinning zodat men kon pronken met de eigen grote welstand? Of vertrouwde men de achterblijvers niet?
Zoals nog niet zo lang geleden André Rieu die constant met honderd vrachtauto's heen en weer reed met decorstukken. Decorstukken in tweevoud zodat als de ene versie van het Weense paleis ergens staat, ver weg de andere versie wordt opgebouwd.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.