Over wie en waarom zei Jean-Paul Sartre het citaat: 'Wanneer de rijken oorlog voeren, sneuvelen de armen.' ?

We zijn in de tijd van de boerenopstanden in Worms, 1513-1525. Luther heeft zojuist, in 1517, zijn stellingen aan de kerkdeur genageld, de Reformatie staat op uitbarsten. De greep van Rome, het feodale juk, de dwingende adelstand, armoedig volk: de tijd is rijp voor fikse omwentelingen.
Jean-Paul Sartre projecteert in de hoofdpersoon Goetz al zijn gedachten over de onherroepelijkheid van het kwaad. Deze half-edelman, half-boer omhelst het kwaad omwille van het kwaad, want het goede is al gedaan, door God namelijk, dus waarom zou hij het goede nastreven?
Volksleider Nasty zegt daarom over Goetz, naar aanleiding van een rouwende vrouw die haar zoon verloren is: "Wanneer de rijken oorlog voeren, sneuvelen de armen".

Het citaat komt voor in het toneelstuk geschreven door Jean-paul Sartre in 1951 genaamd ' Le Diable et le Bon Dieu'.

Het stuk speelt zich af in de tijd van de Duitse boerenoorlog in 1524. De Duitse Boerenoorlog was een opstand van boeren en lage edelen in het Zwarte Woud. De opstandelingen verzetten zich tegen de eisen die hun gesteld werden in geld en diensten. Ze beriepen zich op de Bijbel en op Maarten Luthers leus over de vrijheid van de christen. De boeren rekenden op hemelse bijstand. Toen de vorstelijke legers aanvielen (Slag bij Frankenhausen, 15 mei 1525) boden ze geen weerstand en werden ze uitgemoord.

In principe was in die tijd Karel de V de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Door de betiteling als Heilig Rooms was er dus een verbintenis met de Katholiek kerk in Rome. Toch waren vele gebieden in het Duitse rijk alleen in naam 'eigendom' van de keizer, maar in praktisch gezien waren de aristiocratien en prinsen zelf de baas over zelfstandige gebieden. Nu wilde die prinsen de boeren in meer dienstbaarheid van hunzelf stellen door de belastingen te verhogen en het romeinse burgerlijk recht te introduceren wat hun het recht gaf op de persoonlijke eigendom van het land zelf. Het feodale stelsel waarin dus eigenlijk de grond toebehoorde aan de keizer werd daarmee afgeschaft. De macht van de lokale prinsen werd dus groter ten nadele van de boeren.

De rijken zijn dus de lokale aristocratieën/Prinsen die zich afzetten ('oorlog voeren') tegen Roomse en Keizerlijk bemoeizucht waarbij de boeren slechter werden behandeld en zij aldus in opstand kwamen en in deze opstand sneuvelden deze armen (de boeren) .

https://en.wikipedia.org/wiki/German_Peasants%27_War#Roman_civil_law
https://nl.wikipedia.org/wiki/Duitse_Boerenoorlog
https://en.wikipedia.org/wiki/The_Devil_and_the_Good_Lord