Wat gebeurde er in Duitsland door de invoering van de Neurenberger Wetten?

In deze wetten werd het verboden voor Duitsers om te trouwen met Joden en Duitse Joden werden hun burgerrechten ontnomen.

Het geheel aan wetgeving valt uiteen in drie delen:

1) De Burgerschapswet gaf regels rond het Duitse staatsburgerschap en bepaalde wie Duitser was en wie niet. Duitser was hij/zij die Duits bloed had, en die door zijn daden het vaderland diende.

2) De Wet ter Bescherming van het Duitse Bloed en de Duitse Eer verbood alle seksuele relaties, huwelijken, tussen Duitsers en niet-Duitsers. Bestaande huwelijken bleven geldig.

Jood was hij die: 75% of meer Joods bloed had of 50% of meer Joods bloed had en:

a) uit een huwelijk was dat gesloten was na 17-9-1935.
b) na 31 juli 1936 was geboren.
c) het Joodse geloof aanhing.
d) kind was van 2 Mischlingen 1ste graad.

Mischling 1ste graad was hij die: 50% niet Joods bloed had.
Mischling 2de graad was hij die: 75% niet Joods bloed had. Huwelijken tussen Mischlingen 2de graad waren verboden.
Duits was hij die: Meer dan 75% niet Joods bloed had.

Het was Joden niet toegestaan om vrouwelijke burgers van Duits of aanverwant bloed, jonger dan 45 jaar, in dienst te hebben.

3) De Wet ter Bescherming van de Genetische Gezondheid was een wet die bepaalde dat koppels die wilden trouwen een medisch onderzoek moesten ondergaan om te zien of ze genetisch geschikte kinderen konden voortbrengen. Deze vorm van eugenetica verbood huwelijken als een van de partners leed aan een geslachtsziekte, zwakbegaafdheid, epilepsie, en andere aandoeningen - tenzij men zich liet steriliseren. Vergelijkbare wetten ter behoud van raszuiverheid waren al eerder in onder andere Denemarken, Zweden, Finland en de Verenigde Staten van kracht.

De wetten behelsden verder het voeren van het hakenkruis in de Duitse rijksvlag.