Toen men de tanden niet of nauwelijks poetste en zich niet (goed) waste moet iedereen elkaar daardoor toch best wel afstotend gevonden hebben?

Enerzijds wel, anderzijds juist niet. Het hing ook af van de tijd en de mode.

Mensen scheiden verschillende stofjes af (feromonen) die je het beste zou kunnen omschrijven als lokgeuren. Ze zitten bijvoorbeeld in okselzweet. Hoewel niet iedereen die speciale stofjes bewust kan ruiken (het zweet zelf wel), reageren onze hersenen er wel degelijk op. Daarom werd vroeger okselzweet ook wel gebruikt om je liefde te betuigen. Vrouwen liepen dan een poos met een speciaal doekje onder hun oksel, dat ze dan later aan hun geliefde gaven.

Maar het kwam ook vaak voor dat mensen uit alle macht de geuren wilden bestrijden. Dat was niet makkelijk, want er bestonden geen wasmachines en vaak liet de persoonlijke hygiëne erg te wensen over. Zo droeg men aan het Franse hof in de tijd van Lodewijk XIV enorme hoeveelheden parfum, en had men doosjes met pilletjes en snoepjes om de stinkende adem te maskeren. Mensen droegen ook bollen die gevuld waren met een spons met reukwater. De bollen waren mooi opengewerkt, zodat de geur zich goed kon verspreiden. En verder had je speciale doosjes met sponsjes erin die gedrenkt waren in een azijnachtige vloeistof. Die kon je dan even discreet onder je neus houden als het te erg werd (niet te verwarren met reukzout).

Intussen is de geurmode heel erg veranderd, en men probeert ons wijs te maken dat we geen lichaamsgeuren mogen hebben. Toch blijft het een feit dat onze hersenen kicken op feromonen. Daarom roeien we eerst onze eigen geuren uit (wassen, deodorants, schone kleren) en daarna voegen we feromonen uit een flesje toe. Want in de meeste parfums zitten stoffen zoals civet, muskus en amber, zeer zware dierlijke lokstoffen, die wij stiekem ook erg lekker vinden. Alleen niet te véél!

Ik raad je aan om Het Parfum te lezen van Patrick Süskind. Geweldig boek!

Ik heb eens horen vertellen dat de etiquette die stelt dat een man zijn jasje moet dichtknopen als hij opstaat, nog stamt uit de stinkende tijden. Op die manier zou hij zijn lichaamsgeur een beetje bij zich kunnen houden. Nu is de gewoonte er nog wel, maar de achterliggende gedacht (hoop ik) niet.