hoe werden producten weer verder verkocht in Europa?

Er waren in die tijd weinig goede wegen op het vaste land, de meeste wegen behalve die in de stad waren onverhard en slecht begaanbaar en bovendien gevaarlijk i.v.m. roofovervallen. Het meeste verkeer ging dus over het water.
Nu was er in de late Middeleeuwen al een uitgebreid netwerk van handelsverbanden ontstaan: de Hanze.
De eerste Hanzesteden waren ontstaan in Noord-Duitsland langs de Oostzee, maar al spoedig breidde het netwerk zich uit tot de Scandinavische landen en de Nederlanden. Vanuit de kuststeden werden weer kleinere netwerken uitgezet langs de rivieren zoals Oder, Elbe, Weser en Rijn. Ook kwamen er kantoren in Groot-Brittannië en Frankrijk en zelfs Venetië. Zie de lijst van Hanzesteden in de link:
Er hoefde dus niets nieuws ontwikkeld te worden, de handelaren van de Hanzesteden deden hun inkopen in Amsterdam en zorgden zelf voor de verspreiding over Europa.

Amsterdam was één van de grootste stapelplaatsen in de tijd van de voc (17e eeuw). Een stapelplaats was een stad met een stapelmarkt, dit houdt in dat er vanuit de gehele wereld goederen werden vervoerd naar Amsterdam, hier opgeslagen werden en vervolgens weer werden door vervoerd.

Dit door vervoeren gebeurde, zoals te lezen is in het antwoord hierboven, vaak over water vanwege de veiligheid en effectiviteit. Dit is onder andere duidelijk te zien aan het feit dat de pakhuizen vaak aan het water gelegen waren, alsmede dat stapelplaatsen vaak gelokaliseerd waren in een stad met een haven (of tegen een haven aan).