Is "grootmoeders tijd" een vaste periode of een schuivend begrip? En van wanneer tot wanneer liep deze periode?

Ik vind het een rekbaar begrip, het verschuift met de generaties. Maar nou moet ik wel zeggen dat de term 'uit grootmoeders tijd' volgens mij anno 2012 vooral nog wordt gebezigd door, grofweg, de generatie van 35 tot 80-jarigen. Erg breed, ik weet het, maar mensen jonger dan 35 hoor ik het eigenlijk nooit zeggen.

Als mijn moeder (70+) het daarover heeft, refereert ze aan haar eigen grootmoeder, die geboren werd in de 19e eeuw en volwassen werd begin 20e eeuw. Als ik (40 jaar) het erover heb, heb ik het over mijn oma, die begin 20e eeuw geboren werd. De generatie van mijn oma is uitgestorven, de generatie van mijn moeder nog niet, en die generatie bezigt deze term nog.

Nu ik er verder over nadenk: als veertigers met kinderen dit zo af en toe zouden zeggen, krijgen de kinderen het toch mee. In dat geval is 'grootmoeders tijd' de generatie van mijn moeder, en dan hebben we het dus over de jaren '30, '40 en '50 van de vorige eeuw.

Enfin, ik blijf dus bij mijn eerste idee: het is wel degelijk rekbaar en geen verschijnsel dat ergens is blijven steken in de tijd.

het is een schuivend begrip, maar als ik de reclames zie waarin men met producten adverteerd uit grootmoedertijd dan gaat het bijna altijd over producten van net voor of net na de 2 wereldoorlog