Is er in de middeleeuwen (500 - 1500) veel veranderd of uitgevonden op technisch gebied?

In het eenheidsrijk van de Frankische koning Karel de Grote (742-814) bloeit de Noordzeehandel en ontstaan grote netwerken in het achterland langs de Rijn. Dorestad wordt daarbij een centrale overslag- en handelsstad. De toenemende welvaart en bevolkingsgroei leidt tot landontginningen en andere innovaties in landbouw en techniek. IJzerwinning en industriële processen grijpen op het landschap in, waardoor exploitatie van veen nodig werd.

Vanaf 1000 domineren kerken en kloosters het beeld van stad en land. In onze streken zijn dat vooral de kloosterorden van de Benedictijnen, Franciscanen en Cisterciënzers. Het waren niet alleen centra van geestelijk leven en cultuur, maar ook centra van industriële productie zoals van bakstenen (kloostermoppen). Daarnaast ontstaan kastelen, eerst als versterkte woonhuizen met een vluchttoren, later als motte-kastelen met slotgrachten.

Veel weet ik er niet van, maar zoals je hierboven leest zijn landontginningen begonnen en andere innovaties in landbouw en techniek. Ook begon de bouw van kastelen.

Nogmaals: dit zijn maar een paar dingen natuurlijk :)

Niets noemenswaard denk ik persoonlijk, mischien een wat betere ploeg en dergelijke. De samenlevingen in het Midden Oosten en Egypte duizenden jaren voor Christus waren net zo ver (strijdwagens, schrift enorme tempels met mozaieken), zo niet verder dan de middeleeuwse samenleving in Europa.

In China zijn in die tijd wel veel dingen uitgevonden die ook wel doordrongen tot Europa. Na de reizen van Marco Polo begint langzamerhand de Renaissance. Ik denk niet dat dat toeval is. Mogelijk houdt het ook verband met de zijderoute en de kruisvaarten. Daardoor zullen langzaam allerlei nieuwtjes uit het Oosten tot Europa zijn doorgedrongen.

In de Middeleeuwen gingen de ontwikkelingen niet zo snel als nu en zeker tot het jaar duizend veranderde er weinig omdat men zich vooral bezig hield met het geloof; in het jaar duizend zou de wereld toch vergaan en men diende zich dus vooral zorgen te maken over de eindtijd en zijn zieleheil.
Daarna kwam het toch langzaam op gang. Men ging steeds betere en vooral stenen burchten bouwen en er ontstonden kruisbogen, harnassen en zelfs kanonnen. Bij het bouwen van kerken ging men over van de plompe romaanse met kleine ramen en dikke muren naar gotische gebouwen met enorm veel glas (voor die tijd) en grote hoogten.
De schilderkunst verbeterde ook met sprongen. In de vroege Middeleeuwen werden mensen meer als symbool afgebeeld (want alleen de ziel was belangrijk), maar in de late Middeleeuwen werden de schilderijen al een stuk realistischer en werd er ook perspectief toegepast.
Verder ontdekte men de boekdrukkunst en niet te vergeten het kompas. Door beide ontwikkelingen konden weer meer ontdekkingen gedaan worden.

De mens evolueert en de evolutie is een zichzelf versnellend proces.
De mens is altijd op zoek naar technische verbeteringen.
In het verre verleden werden al grote vindingen gedaan, van het gecontroleerd maken van vuur tot het uitvinden van toepassingen daarvoor.
Dat varieerde van voedsel koken tot vuurwapens en van verbrandingsmotor tot atoombom.

De drive hiervoor was en is altijd "overleven" en comfort.
Overleven omdat vijanden bestreden moeten worden en comfort omdat de mens van nature houdt van "easy living".

Dat de laatste 200 jaar de versnellingen in de techniek zo enorm hard zijn gegaan is een gevolg van het cumulatieve effect. Iedere generatie leert van de vorige en ontdekt ook zelf weer nieuwe mogelijkheden. Dit effect versneld zichzelf. Dat verklaart de enorme technische vooruitgang van de laatste decennia en wat er nog komen gaat.