waardoor is handel ontstaan?

Door vraag en aanbod. Simpeler kan ik het niet zeggen

het begon zo.
Iedereen maakte een bepaald product mensen begonnen te ruilen. Dat ontwikkelde zich. Mensen zagen dat je er geld mee kon vangen. Daar begon het :D

Toegevoegd na 8 uur:
Rijke boeren die wat meer producten hadden konden met meer spullen ruilen. Tot ze op een moment genoeg hadden dat ze het alleen nog maar voor de spullen deden en niet om hun gezin te onderhouden

Volgens mij door de nood aan bepaalde dingen. Bijvoorbeeld een jager brengt meer voedsel binnen dan hij nodig heeft maar door te jagen heeft hij te weinig tijd gehad om nieuwe werktuigen te maken, terwijl een ander persoon niks kon vinden om te eten maar wel een heel arsenaal werktuigen heeft liggen. Het logische gevolg is dat deze 2 gaan ruilen met elkaar en is er in zekere zin een primitieve vorm van handel tot stand gekomen.

Door de kruistochten.

Er is internationale handel omdat landen bepaalde producten niet zelf hebben. Deze zullen ze dan importeren. De reden dat goederen die een land zelf kan maken toch in andere landen gekocht worden heeft te maken met de kosten. Het product kan vaak in andere landen goedkoper gemaakt worden dan in eigen land. Tegenover de producten die een land importeert staan de producten die een land naar andere landen exporteert. Internationale handel is internationale ruil. Landen importeren producten die goedkoper in andere landen gemaakt kunnen worden en exporteren producten die zij zelf goedkoop kunnen maken. Omdat verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten spreken we van internationale arbeidsverdeling. Landen specialiseren zich in bepaalde producten. Verschillen in internationale concurrentiepositie zijn hier de oorzaak van. Wat zijn nu de oorzaken van de verschillen in internationale concurrentiepositie? Anders gezegd: waarom worden sommige producten goedkoper in het ene land en andere producten goedkoper in het andere land gemaakt? De belangrijkste oorzaken zijn dat landen verschillen in de volgende factoren:
1. de natuurlijke omstandigheden
2. de loonkosten
3. de infrastructuur
Klimaat speelt een rol bij het ontstaan van internationale handel. Een ander verschil in natuurlijke omstandigheden is de aanwezigheid van grondstoffen.
Een land met lage loonkosten heeft al gauw een gunstige concurrentiepositie t.o.v. andere landen. Het gaat hierbij niet om de loonkosten per arbeider, maar om de loonkosten per product. De loonkosten per arbeider zeggen op zichzelf niet zoveel. Belangrijk is ook hoe productief de arbeider is, met andere woorden hoe hoog zijn arbeidersproductiviteit in een bepaalde periode is. De loonkosten per product hangen af van de loonkosten per arbeider én de arbeidsproductiviteit.

behoeftebevrediging.
Ik heb graan, jij kunt het bakken
Of ik heb graan, jij hebt wol
Dus dat werd (ruil)handel. Later kwam er meer bij, er werd behoefte gemaakt.
Jullie hebben peper, wij zorgen dat jullie er geld voor krijgen. En zo blijft het doorgaan

doordat mensen verschillend zijn en verschillende karakters hebben. De een is goed met zijn handen, de ander met zijn hoofd, doordat mensen creëren onstonden er verschillende dingen in de oertijd. Zo kon je een berenvel ruilen tegen vuistbijlen etc.

Het karaktertrek wat de handel heeft doen ontstaan is vooral de intelligentie van de mens.

Door schaarste idd. de vraag en de overvloed (aanbod)
Door uitwisseling kon en kan men de levensstandaard verhogen !
Sommige producten zijn gebiedsgebonden dus de ruilhandel was en is een van de oudste vormen !

door het ruilen van dingen ps bedoel je ruilhandel of met geld

Welke menselijke karaktertrek ? Dat kan er maar eentje zijn : hebzucht.

Hebzucht an sich is geen verkeerde karaktertrek : het zorgde er aanvankelijk voor dat je in goede tijden voldoende bezit (voedsel, kleding, gebruiksvoorwerpen) verzamelde voor slechtere tijden.

Als mensen in groepen gaan leven, en zich gaan toeleggen op handwerken, ambachten of andere talenten, is de een vaak beter in het een , de ander in het ander. Ook kan niet iedereen alles tegelijk. Zo ontstaat er vanzelf een vorm van ruilhandel.

En naarmate er meer en meer materiële voorwerpen komen, wordt onze hebberigheid steeds groter, en neemt dus ook de handel toe. Kwestie van vraag en aanbod. En waar geen vraag is, wordt hij vandaag de dag door slimme marketingtechnieken wel gecreëerd.

Denk maar aan de man die in Afrika op zijn rug lag, hengeltje in het water om zijn visje voor die dag te vangen.

Komt er een rijke Amerikaan aan.
-Waarom hang je niet vijf hengels in het water ? ost geen extra moeite, en die vier andere vissen kun je verkopen.
- Waarom ?
- Nou, dan kun je sparen voor een boot en een net.
- Waarom ?
- Nou, dan kun je NOG meer vissen vangen om te verkopen.
- Waarom ?
- Dan kun je NOG meer boten kopen, een hele vloot desnoods, en andere mensen de vissen voor je laten vangen.
- Waarom ?
- Nou, dan kun je de hele dag lekker op je rug op het strand liggen !
- Maar dat doe ik nu toch ook al ?

Een parabel die ik als kind geweldig vond - tot ik doorkreeg dat de brave man met zijn hengeltje geen kleding, huis, televisies, koelkasten, wasmachines, aanbouwkeukens, mobieltjes en andere 'hedendaagse noodzakelijkheden' kon kopen........

Waren wij tevreden met wat we hadden, dan zou er inderdaad geen handel bestaan. De mens is echter onverzadigbaar.

Stel, je hebt iets nodig, je stofzuiger is kapot. En je buurvrouw heeft een stofzuiger voor je, maar wil daar wel wat voor terughebben, bijvoorbeeld een bos bloemen.

Jij regelt een bos bloemen voor haar, zodat jij je stofzuiger hebt.

Zie hier-> vraag + en aanbod.

Als jij iets voor mij hebt, dan mag je het hebben. Graag niet voor niets.

Ruilhandel bestaat nog steeds, ook al zien wij dat tegenwoordig niet (meer) zo: jij hebt geld en dat kan je ruilen voor een product. De ander heeft jouw geld en als deze persoon wat wilt hebben, kan hij het ook ruilen voor een ander product. En zo gaat het maar door.

Geldt ook voor de stofzuiger en het bosje bloemen: jij hebt een bos bloemen, zij heeft een stofzuiger. Je krijgt die stofzuiger pas, als je het geruild hebt voor een bos bloemen.

Zo zal het vroeger ook zijn gegaan: ik heb vis, jij hebt melk. Ik heb geen melk, en jij hebt geen vis. Dus kan je het ruilen. Mensen hebben altijd geruild voor hun eigen "benefit" (kon het Nederlandse woord even niet vinden).

Je ruilt geen handel als je het niet nodig hebt, tenzij je handelt om te handelen, dan heet een winkel.

Hoe je het ook went of keert, ruilhandel IS en BLIJFT het.

De rijkste landen hebben de sterkste handelsgeest, omdat ze er uiteraard rijk mee zijn geworden: Europa. Maar je kan niet zeggen dat een heel werelddeel de sterkste handelsgeest heeft, wél dat een bepaald volk (lees land) de sterkste handelsgeest heeft en dat zullen toch de rijkste landen op dit moment zijn.

Toegevoegd na 19 minuten:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ruilhandel

handel is vraag en andwoord heel lang geleden dus in de stenen tijdperk waren er voornamelijk jagers en verzamelelaars deze hadden voornamelijk 1 voedsel bron maar ook aan andere te komen zoals granen die iemand anders dan verzamelde gingen ze ruilen zo is de eerste handel ontstaan en naarmate er meer mensen ontstonden werd de vraag groter waardoor er meer gehandelt werd om dat ze het niet alleen producten voor zich zelf gingen zoeken maar ook voor anderen hierdoor is de handel ontstaan die wij nu hebben mensen kopen producten om deze weer te kunnen verkopen en daar zelf winst van te kunnen maken zodat zij weer producten kunnen kopen die zij niet hebben, het is dus nog steeds ruilen net zo als het al die duizende jaren geleden was alleen nu woord dit gedaan door middel van geld.