Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

De uitdrukking is "Zo blauw als een Maleier". Waar komt dat blauw vandaan in dit verband?

Ik ken de betekenis van de uitdrukking maar ik wil dus weten waar in dit verband het woord blauw op slaat.

Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Het beste antwoord

Een Maleier is een oude benaming van een inwoner van Sumatra, Indonesië. In het woord Maleier kun je nog het woord Maleisiër herkennen. Nu is Maleisië geen Sumatra, maar men veegde vroeger wel vaker allerlei bevolkingsgroepen op één hoop.

Indonesische mensen of Indo's (mensen van gemengd Indisch/Nederlandse afkomst) werden vroeger wel blauwen genoemd. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de kleur van hun haar, dat in het zonlicht een beetje een blauw schijnsel heeft. Er gaan ook verhalen rond die beweren dat het blauw is afgeleid van de kleur van het stuitje van Indische mensen, dat een soort afwijkende kleur had, een beetje blauwig.

http://www.encyclo.nl/begrip/Maleier
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden

Andere antwoorden (1)

Blauw staat voor dronken. Er wordt ook wel gezegd "zat als een Maleier". Het heeft te maken met het blauw kleuren van kledingstoffen. Blauw werd vroeger gemaakt van wede, een oxidatiekleurstof. De bladeren van de wede werden geoogst door ze van de stengel te trekken. De bladeren werden fijngestampt en vervolgens in de zon gedroogd. De blauwververij vereiste mooi weer, het moest minstens twee weken lang heet zijn. In een kuip, die ongeveer 600 liter vloeistof kon bevatten, deed men 25 kilo gedroogde wedebladeren. Daarna werd vloeistof toegevoegd tot alle bladeren goed bedekt waren. Er was een unieke chemische vloeistof voor nodig: verse, menselijke urine. In de zon begon het mengsel van urine en wede te gisten. Daarbij ontstond er alcohol, die de blauwe kleurstof uit de bladeren losmaakte. Door een tweede gisting werd de kleurstof in water oplosbaar. Pas dan kon er worden geverfd. Het duurde tenminste drie dagen voordat de kleurstof uit de bladeren was opgelost.
De verversgezellen moesten zolang drie maal per dag de rottende bladeren in het mengsel omwerken. Ze deden dat door met blote voeten in de kuip trappende bewegingen te maken. De in alcohol opgeloste kleurstof moest in water oplosbaar worden gemaakt. Voor de tweede gisting voegde men zout toe aan de bladermassa. De bakken werden tot de rand met urine gevuld, daarna moest men weer drie tot acht dagen wachten. De ververs hadden dan niets anders te doen
dan ’s morgens en ’s avonds de brij voorzichtig om te werken, de door de zon verdampte urine aan te vullen en vooral te zorgen voor een continue toevoeging van alcohol. Want hoe beter de gisting, hoe sterker de kleurstof en hoe intensiever het blauw.
Pas wanneer er zich schimmel op de massa had gevormd kon men de te verven stoffen en garens erin leggen. Een hele dag moesten ze in de oplossing liggen, tot ze genoeg kleurstof hadden opgenomen. Daarna werden de stoffen gespoeld, weer in urine. Maar dan waren de stoffen nog niet blauw, dat ontstond pas tijdens het drogen van de stoffen in de zon. Bij het ‘verblauwen’ moest voor een gelijkmatige kleuring de stoffen en garens regelmatig worden omgedraaid.
Afgezien van de stank was blauwverven een aangename
bezigheid. De ververs werkten buiten, bij mooi weer, en er was rijkelijk te drinken. Wanneer er ververs op klaarlichte dag dronken in de zon lagen, wist iedereen: die maken blauw. En wie blauw had gemaakt, die was zo blauw als een Maleier!
Amadea
13 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing