Hoe kan ik een bepaalde gebeurtenis (in een verhaal) anders verwoorden?

Piet klimt het dak op.
"We zien" lijkt me een nodeloze toevoeging die de prettige leesbaarheid niet vergroot.
Je hebt er misschien nog nooit bij stilgestaan, maar een lezer leest niet ieder woord met evenveel aandacht. Het brein van de lezer vindt het begin en het einde van de zin het belangrijkst. In het middelste gedeelte van de zin loopt de aandacht wat terug. Dat betekent dat de lezer zijn aandacht vooral richt op het begin en het slot van de zin.
Als schrijver kun je op dit principe inspelen door zaken die belangrijk zijn voor- of juist achteraan in de zin te plaatsen.
Schrijvers weten dat zij de spanning kunnen verhogen door korte zinnen te maken. Spannende actie in je verhaal vraagt bijvoorbeeld doorgaans om korte zinnen, terwijl je romantische of melancholische momenten kunt ondersteunen door lange zinnen te gebruiken.
Let wel op dat het emotionele effect past bij het personage uit wiens perspectief de scène wordt verteld.
Je zou het ook zo kunnen zeggen: “Met voorzichtige bewegingen klimt hijgende Piet langzaam het wankele dak op.”
Je moet heel streng zijn als je schrijft... Elk woord moet je eigenlijk kunnen verantwoorden.
“We zien Piet het dak op klimmen”:
- waarom gebruik ik “We zien”? Kan ik dat ook weglaten?
- Piet? Of kan ik Piet ook hem noemen?
- is klimmen het juiste woord of is er in deze situatie een beter woord?
Uiteindelijk kom je op een zin uit die ‘goed voelt’ en overeenkomt met wat je wilt uitdrukken.
Maar als je gewoon voor je plezier schrijft en niet om je er je beroep van te maken, zou ik me hier niets van aantrekken!

Het mooi/spannend verwoorden van je verhaal is nu juist het vak van schrijvers, en dat vak is niet in een paar zinnetjes uit te leggen ( het is een vak, je kunt het dus leren). Een simpele methode is om zelf veel verschillende boeken te lezen.