Mijn vraag is wat voor een vertelsituatie het boek De delftse wonderdokter heeft? ik snap het zelf niet

Lees verschillende stukjes uit het boek die niet tussen aanhalingstekens staan, dus geen citaten, niet wat de mensen zeggen. Dit zijn de stukjes die het verhaal vertellen.

Bedenk daarna welke van de mogelijkheden op dit boek van toepassing is:

- Lees je dingen als: Ik stond op de bus te wachten, maar het duurde erg lang. Aan de overkant van de straat zag ik een vrouw die op de bus stond te wachten de andere kant op.
Kortom, lees je de tekst geschreven vanuit de ik-persoon, dan noemt men dat het ik-perspectief. Je leest het boek alsof je in het hoofd van de ik-persoon zit.

- Lees je dingen als: Bart fietste naar school. Hij baalde, weer het eerste uur Nederlands. Opeens werd hij geroepen, wie zou dat zijn?
Je leest dan het verhaal terwijl je 1 persoon volgt. De verteller spreekt over 'hij doet zus en zo'. De verteller weet echter niets over andere figuren of over wat er verderop in het verhaal gebeurt. Het wordt het personale perspectief genoemd.
Dit perspectief kan verward worden met het volgende perspectief.

- Het laatste perspectief is het auctoriale perspectief.
Hierbij is sprake van een verteller die vaak over meerdere hoofdpersonen vertelt en weet wat zij allemaal denken, voelen, wat er in hun hoofd gebeurt. Hij weet ook wat er nog moet komen in het verhaal. Kortom, de verteller is een alwetende verteller.
Je controleert dit het makkelijkst in een boek door te zoeken naar gedachtes van verschillende personen. Zodra de schrijver meer doet dan afstandelijk beschrijven en bij minimaal twee personen 'van binnen kan kijken', weet je vrijwel zeker dat het om een alwetende verteller gaat.

In de meeste boeken komt een van deze drie perspectieven voor. Soms echter wisselt het in het boek af. Heel soms is er ook sprake van een jij-perspectief of een wij-perspectief.

Wanneer je er niet uit komt als je enkele stukjes uit het boek hebt herlezen, zit er niks anders op dan wat langere stukken op verschillende plaatsen in het boek te lezen. Streep in gedachten de citaten weg en kijk wat je dan nog overhoudt.

Toegevoegd na 25 minuten:
Bij zo'n historische roman is het natuurlijk iets moeilijker de goede keus te maken. Probeer door de soms lastige taal heen te lezen en je alleen af te vragen of de verteller meer weet dan jij over meerdere personen, laat hij door wat hij zegt blijken dat hij als het ware boven het verhaal staat? (alwetend)
Of blijft hij slechts een persoon volgen? En is dat dan ik-persoon (ik-perspectief) of een ander personage (auctoriaal)?