Hoe lang is een verkoudheid besmettelijk?

Vaak proberen verkouden mensen bij anderen uit de buurt te blijven in de hoop hun omgeving niet aan te steken. Maar bekende verkoudheidsverschijnselen als snotterigheid, hoesten en keelpijn treden soms pas een paar dagen na de infectie met het virus op. In deze incubatietijd, de tijd tussen de besmetting met het virus en het moment dat je zelf ziekteverschijnselen vertoont, ben je vaak al wel besmettelijk.

Een verkoudheidsvirus infecteert cellen in je luchtwegen. Als de zieke cellen doodgaan, beginnen de verkoudheidsverschijnselen. Maar eerder is het virus al bezig zich te vermenigvuldigen en adem je het ook gewoon uit. Dan kun je anderen dus ook al aansteken.

Gedurende de eerste dagen van de verkoudheid, waarin je de ergste symptomen vertoont, ben je het meest besmettelijk. Hoe meer je hoest en proest, hoe groter de kans dat je een ander aansteekt.

Iemand is in de laatste fase van zijn of haar verkoudheid, wanneer er nog maar af en toe een hoest of nies tot uiting komt nauwelijks meer besmettelijk. Het gaat bij virussen om concentraties en hoeveelheden. Hoe minder iemand aan een virus wordt blootgesteld, hoe kleiner de kans dat diegene ziek wordt.

Verkoudheidsvirussen en het griepvirus verspreiden zich vooral via aerosolen, kleine druppeltjes in de lucht. Daarom hebben ze in slecht geventileerde ruimtes de beste kansen zich te verspreiden. In een verpleeghuis waar alle ramen en deuren dicht zijn steken mensen elkaar sneller aan dan in de frisse buitenlucht.

En omdat iemand al besmettelijk kan zijn voordat de symptomen zich vertonen, zijn verkoudheden vrijwel niet te voorkómen. Wel kun je de verspreiding minimaliseren. Want behalve door geproest en gehoest, kun je verkoudheden ook indirect oplopen. Bijvoorbeeld door een deurklink aan te raken waar iemand met snothanden aan heeft gezeten. Door daarna in je ogen te wrijven of in je neus te peuteren, kun je besmet raken. Daarom helpt het als je niest in papieren zakdoekjes en die na gebruik weggooit. En het is ook goed om na elke niesbeurt je handen te wassen.

Kortom, als je de laatste twee adviezen opvolgt kun je gerust bij je moeder op bezoek gaan.