Hoe komt het dat als ze zeggen dat 80% sterft van de geïnfecteerde met Ebola, er 22000 geinfecteerde zijn en 8000 doden?

Soortgelijke situatie zie je hier op Goeie Vraag. Er staat bijvoorbeeld dat iemand 50% beste antwoorden heeft gekregen, maar deze persoon heeft 5000 vragen beantwoord en 1500 keer het beste antwoord gegeven. Hoe kan dat dan 50% zijn?

Hoe wordt dit percentage berekend? Het aantal 'beste antwoorden' wordt gedeeld door het aantal beantwoorde vragen die én gesloten zijn én waarbij een 'beste antwoord' is gekozen. Op de helppagina’s vind je meer informatie over het percentage. Er zijn dus 3000 antwoorden gesloten waarbij een "beste antwoord is gekozen. 2000 vragen staan nog open of daarbij is geen beste antwoord gekozen.

Dus je zou de zieken kunnen vergelijken met de vragen. Een overleden zieke zien als een gesloten vraag. Een nog levende zieke als een nog openstaande vraag.

Jups.

Als die 80% klopt, dan is het zoals bovenstaand uitgelegd.
Maar die 80% is niet zeker en kan pas achteraf berekend worden.
(van bepaalde groepen kan wel een voorlopige stand berekend worden)
http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs103/en/
The average EVD case fatality rate is around 50%. Case fatality rates have varied from 25% to 90% in past outbreaks.

Je maakt me aan het lachen, Amadea: een overleden zien we als een gesloten vraag. Ik vrees dat ik daar steeds aan terug zal blijven denken als ik nog eens een vraag sluit.. Maar dit is gewoon het verschil tussen prevalentie en incidentie. De prevalentie van een ziekte is het aantal zieken op dit moment (nou ja, op het moment van meten dan), terwijl de incidentie het aantal nieuwe gevallen per periode (vaak per jaar) aangeeft. Stel dat een aangeboren afwijking heel zeldzaam is en er in Nederland maar 5 kindjes per jaar worden geboren met die aandoening. Dan is de incidentie vijf per jaar. Maar als ik wil weten hoeveel mensen op DIT moment die aandoening hebben, dan hangt dat vooral af van de vraag of de aandoening van invloed is op de levensduur. Stel dat kinderen met die afwijking nooit langer leven dan twee weken, dan is de kans heel erg groot dat er op dit moment geen kinderen met die afwijking in Nederland zijn. De prevalentie is dus nul. Maar als de aandoening geen enkele invloed heeft op de levensduur, dan kan het heel goed dat er 400 mensen in Nederland zijn: 80 even als gemiddelde leeftijd voor het gemak, en niet gecorrigeerd voor de bevolkingsgroei in die 80 jaar. De prevalentie in absolute cijfers is dus 400. Kijken we naar een aandoening die heel erg vaak voorkomt, zoals een verkoudheid, dan kan de incidentie heel goed hoger liggen dan de prevalentie. Mensen kunnen immers meer dan eens verkouden worden. Dus de incidentie (hoeveel nieuwe gevallen van verkoudheid zijn er in een jaar) is groter dan de prevalentie (hoeveel mensen zijn er op DIT moment verkouden). Bij een aandoening die altijd dodelijk is, maar waarmee mensen wel twintig of dertig jaar kunnen leven, kan dat totaal anders liggen. Als iedereen met een bepaalde ziekte uiteindelijk sterft aan die ziekte, is de ziekte voor 100% dodelijk. Toch kunnen er heel wat mensen zijn in een land met die ziekte. In parallel aan deze vraag zou je dan kunnen zeggen: "ja maar, hoe kan het dat er zoveel mensen zijn met deze ziekte, als iedereen er aan dood gaat?" Het antwoord is vrij simpel: mensen sterven er wel aan, maar niet direct.

Goede uitleg, Lies12. Nog een voorbeeld:
De incidentie kan groter zijn dan de bevolking, ook in het geval de ziekte voor 0% dodelijk is. In Nederland zou de incidentie van een verkoudheid bijvoorbeeld 50 miljoen kunnen zijn, ofwel 300% van de bevolking. Tegelijk zou de prevalentie wel eens heel laag kunnen liggen.