welke stoffen komen er vrij bij een allergische reactie?

Ik weet niet hoe uitgebreid je werkstuk gaat worden, maar de reactie van het lichaam kan verschillen. Er worden namelijk 4 soorten overgevoeligheidsreacties onderscheiden.

Type I: overgevoeligheidsreacties die veroorzaakt worden door IgE antilichamen die worden gekenmerkt door onmiddellijke reactie.
Type II: overgevoeligheidsreacties door antilichamen die leiden tot weefselschade (bijvoorbeeld door activatie van complementsysteem)
Type III: het afzetten van immuuncomplexen (complex van antigeen en antilichaam) op bloedvatwanden
Type IV: overgevoeligheid van T-lymfocyten. Komt pas na een paar langere tijd (soms een paar dagen) tot uiting (bijvoorbeeld nikkel).

De meeste allergische reacties zijn type I IgE gemedieerde overgevoeligheid reacties. Type IV is in mindere mate aanwezig. Type II en III overgevoeligheidsreacties worden officieel niet als allergische reactie gezien.

Ik zal type I allergische reacties wat verder toelichten:
Bij blootstelling aan het allergeen worden specifieke IgE antilichamen gevormd. Bij mensen met een allergie worden vaak al hogere IgE concentraties in het bloed gevonden. IgE kan binden op mestcellen en basofiele granulocyten. Via deze binding kunnen deze cellen uiteindelijk geactiveerd worden en zo ontstekingsmediatoren (stoffen die ontsteking veroorzaken) vrijstellen.
Mestcellen bevinden zich in alle weefsels maar vooral in die weefsels die in contact staan met de buitenwereld. Hierbij moet je denken aan huid, luchtwegen en darm. Basofielen zijn vooral in het bloed aanwezig.
Deze cellen hebben allemaal stoffen opgeslagen en bij activatie stellen ze deze vrij in de omgeving. Deze stoffen zijn voornamelijk: histamine, proteoglycanen, neutrale proteasen en TNF-a (alpha).
Het vrijkomen van histamine zorgt voor een aantal snelle symptomen zoals vasodilatatie (het verwijden van de vaten --> rood worden), jeuk en het vernauwen van de luchtwegen.
Daarnaast zorgen ze ook voor langere termijn effecten zoals de productie van cytokines (een soort berichtmoleculen van het immuunsysteem (IL-2, IL-6, TNF-a). Door deze factoren worden late allergische reacties in gang gezet en worden nog eens extra T-helpercellen aangemaakt. Deze Th stimuleren de aanmaak van plasmacellen, die weer extra antilichamen (IgE) gaan produceren.

Ik denk dat de laatste 2 alinea's de basis ongeveer schetsen. Ik hoop dat het duidelijk is, anders vraag het vooral! Mocht je nog meer informatie willen, schroom dan ook niet om dat te vragen.