Wat is het gevaar van het gebruik van Prepulsid in combinatie met pompelmoes?

Het zit zo :
De grapefruit is ontstaan uit een kruising van sinaasappel en pompelmoes (de engelse vertaling van pompelmoes is ook grapefruit)

het belangrijkste bestanddeel van Prepulsid is Cisapride.

nu staat er in de bijsluiter van Prepulsid

Als ik dit medicijn gebruik, mag ik dan...

alles eten?
Laat uw kind geen grapefruitsap drinken en geen grapefruit eten. Grapefruit versterkt de werking van cisapride, waardoor bijwerkingen kunnen ontstaan. Mocht uw kind stoppen met cisapride, dan kan uw kind vanaf een dag daarna weer grapefruitsap drinken of een grapefruit eten

Bijwerkingen :

Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.

De belangrijkste bijwerkingen zijn ernstige stoornissen in het hartritme, voorbijgaande darmkrampen, hoofdpijn, vaker moeten plassen, overgevoeligheid en bewegingsstoornissen.

Zelden

•Voorbijgaande darmkrampen, deze verdwijnen meestal na enige tijd. Deze krampen zijn het gevolg van het stimulerende effect van cisapride op de darmen. Ook diarree kan optreden. Indien bij kinderen diarree ontstaat: raadpleeg dan de arts. Mogelijk is een dosisaanpassing nodig.
Zeer zelden
•Een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Uw kind kan last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor kinderen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval. Gebruik dit middel NIET als uw kind deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kan uw kind overstappen op een ander middel.
•Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan bijvoorbeeld huiduitslag, jeuk en galbulten. Sommige kinderen, met name kinderen met astma, kunnen een allergische benauwdheid krijgen. Raadpleeg dan uw arts. Gebruik dit middel in de toekomst niet meer. Geef daarom aan de apotheek door dat uw kind overgevoelig is voor cisapride. Het apotheekteam kan er dan op letten dat uw kind dit middel niet opnieuw krijgt.
•Hoofdpijn en duizeligheid. Als u dit merkt waarschuw dan uw arts.
•Vaker moeten plassen. Mogelijk is een dosisaanpassing nodg.
•Bewegingsstoornissen, deze worden ook wel extrapiramidale verschijnselen genoemd. Het zijn stoornissen in de aansturing van de spieren. De verschijnselen zijn: stijve spieren, beven, rusteloosheid en plotselinge spiertrekkingen. Als u dit merkt, waarschuw dan uw arts.