Wat betekende afkortingen bij een bloedonderzoek?

Ze hebben getest of je gezond bent. Over de uitslag kan je een afspraak maken met je arts. Hij of zij kan de waarden toelichten.

Wat er bij jou getest is zijn slechts enkele aspecten die een heel algemeen beeld geven of je gezond of ziek bent:

Bezinking is een test waarmee ze kijken hoe snel bloedcellen in een buisje zakken. Als de waarde hoog is dan kan dit duiden op ontstekingen.

HB staat voor hemaglobine, het eiwit dat voor zuurstoftransport zorgt in de bloedcellen. Als de waarde laag is kan dit duiden op ziekte of bloedarmoede. Bij bloedarmoede kan je minder efficient zuurtstof vervoeren en kan je sneller moe zijn. Dit kan komen door ijzergebrek (of een ziekte).

Leuco's staat voor leucocyten, dat zijn cellen die betrokken zijn bij de afweer. Als er veel afweercellen in het bloed gevonden worden kan dit aangeven dat er ergens een ontsteking zit.

Trombocyten zijn bloedplaatjes en betrokken bij de bloedstolling. Als deze waarde niet goed zijn kan het zijn dat een wondje niet snel dicht gaat.

CK staat voor creatine fosfokinase, een enzym. Als er veel enzym in het bloed wordt aangetroffen is er mogelijk ergens schade aan spierweefsel. Het geeft slechts een indicatie als er iets zou zijn.

Vitamine D is een vitamine en heb je nodig voor een goede botopbouw. 25-oH slaat op de vorm die ze meten: 25-hydroxy vitamine D, de scheikundige benaming. Veel mensen hebben eigenlijk te weinig vitamine D, daarom meten ze het vaak ook gewoon.

Als dit alles is wat ze hebben getest dan is het een basis onderzoek.