Bestaan er ook eén- of tweeëiïge tweelingen met het Down syndroom?

jazeker kan dit voorkomen

de kans dat het voorkomt bij een eeneiige tweeling is groter (1 eicel is bevrucht en deelt zich in tweeën waarbij beide kinderen beide erfelijke eigenschappen hebben, in dit geval een extra chromosoom paar)

bij een twee-eiige tweeling zijn er 2 beruchte eicellen. de kans dat er 2 maal een aanleg is voor het down syndroom is zeldzaam maar niet onmogelijk.
dat 1 van de 2 kinderen het downsyndroom heeft is geen zeldzaamheid.


· Leeftijd moeder bij bevalling Risico op kind met Down syndroom
15 jaar 1:1580
20 jaar 1:1530
25 jaar 1:1350
30 jaar 1:901
35 jaar 1:385
36 jaar (grens prenatale diagnostiek) 1:305
40 jaar 1:110
45 jaar 1:28
50 jaar 1:6

Eeneiige tweelingen
Een eeneiige tweeling ontstaat doordat één rijpe bevruchte eicel zich om nog onverklaarbare reden in tweeën splitst voordat de eicel zich in de baarmoeder nestelt. Soms gebeurt dit een dag of drie na de bevruchting en dan kunnen beide kinderen een eigen vruchtzak en placenta ontwikkelen. Meestal vindt de splitsing plaats tussen de vijfde en de negende dag na de bevruchting. De embryo’s hebben dan elk hun eigen vruchtzak maar delen samen één placenta. Soms vindt de splitsing pas na de tiende dag plaats en dan delen de kinderen zowel de vruchtzak als de placenta. Maar hoe meer tijd er zit tussen de bevruchting en de splitsing, hoe groter de kans op complicaties. Bij Siamese tweelingen zijn de embryo’s al met elkaar vergroeid omdat de splitsing pas na de twaalfde dag plaats heeft. Maar hoe dan ook een eeneiige tweeling heeft altijd hetzelfde geslacht. En ze lijken exact op elkaar omdat ze dezelfde erfelijke eigenschappen bezitten.

Twee-eiige tweelingen
Bij twee-eiige tweelingen lijkt er een erfelijke factor te zijn waardoor in sommige families meer tweelingen voorkomen. Bij 40% van de ouders met een twee-eiige tweeling komen er meerdere tweelingen in de familie voor. Het gen dat voor een tweeling zorgt kan zowel door de vader als door de moeder worden doorgegeven. Bij een twee-eiige tweeling zijn er twee eicellen die door twee verschillende zaadcellen worden bevrucht. Twee-eiige tweelingen hoeven dus ook niet hetzelfde geslacht te hebben en niet op elkaar te lijken.