Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe zit het met de chronische depressie van mijn vriend (26)?

Mijn vriend (26) heeft sinds een aantal jaar de diagnose chronische depressie. Dit zou komen door een stofje wat vanaf zijn geboorte al niet aangemaakt wordt en alleen antidepressiva zou maar helpen.(???) Van elke antidepressiva die voorgeschreven wordt krijgt hij naast de relatief 'normale' bijwerkingen ook de meest vreemde bijwerkingen afhankelijk van het soort antidepressiva (hallucinaties, extreem achterdochtig, agressief, waanbeelden) waardoor weer een ander voorgeschreven wordt. De dosering maakt hierbij geen enkel verschil. Aan het hele verhaal heb ik zo mijn vraagtekens. Weet iemand hoe dit allemaal zit??

Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
in: Psyche
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Antwoorden (3)

Wat je beschrijft aan bijwerkingen verbaast me niet: de bijwerkingen van antidepressiva zijn soms erger dan de kwaal zelf.

Ik denk overigens dat je endogene depressie bedoelt? Deze depressie ontstaat zonder invloed van uiterlijke factoren in de hersenen zelf. Men veronderstelt dat er dan in de hersenen (tijdelijk) een tekort aan bepaalde neurotransmitters bestaat. Deze vorm van depressie kan alleen met antidepressiva behandeld worden.

Als je vraagtekens hebt, zou ik én nog eens met de behandelende arts praten, én misschien een second opinion aanvragen.

Daarnaast weet ik niet of je vriend ook cognitieve gedragstherapie heeft gekregen, daarmee leer je beter met de klachten omgaan: als je je somber voelt (daar kun je niets aan doen), heb je de neiging alles negatief te labelen (daar kun je wel wat aan doen). Dit zorgt voor een negatieve spiraal. Met therapie kun je die spiraal leren doorbreken.
SimonV
11 jaar geleden
Wat ik zelf van anti-depressia weet (ik slik zelf ook momenteel).
Is dat het medicijn inderdaad een stof aanmaakt die kennelijk niet aanwezig, waardoor je mentaal niet in orde bent.
Dit stofje wordt afgebroken door stress maar aangemaakt middels blijdschap en leuke dingen doen.
Nu kan het inderdaad door aangeboren afwijking, of een te lange stress in het leven, dat dit stofje niet meer aanwezig is in het lichaam. Daar is dan de medicijnen voor om dit aan te vullen.
Dit medicijn moet minimaal 9 maanden worden geslikt, zodat het lichaam ook weer leert om het stofje zelf aan te maken.
Maar het medicijn moet ook worden opgebouwd, en daarin komen ook de bijwerkingen in voor. Het lichaam moet wennen aan het stofje, en bij verhogingen kan in de eerste weken (tot een week of 5-6) kunnen de mentale klachten ook erger worden.

Als je lichaam eenmaal gewend is aan die dosis, worden de bijwerkingen minder.
Maar er moet wel gezocht worden naar de juiste dosis.
Een juiste dosis is dat het medicijn de stress kan wegnemen, zodanig dat de nieuwe stress en gewoontes dit niet meer afbreken.

Zelf zit ik momenteel op het kantelpunt van de juiste dosis (na 4 maanden). Daarin is het dus ook belangrijk om zelf met de stress te gaan werken om hier ook zelf een betere relativering in te hebben en de stress te verminderen. Eventueel met begeleiding.

De juist balans is dus dat het medicijn de stress factor minder maakt. En minder stress wil zeggen ook minder het stofje afbreken. Blijft dus meer stofje over, dus hoeft het medicijn minder stofje toe te voegen.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Het verhaal begint in de jaren '60 van de vorige eeuw, toen wetenschappers de 'serotoninehypothese' formuleerden. Men veronderstelde dat depressie kwam door een tekort aan serotonine in het brein. Een theorie die sindsdien - in inmiddels vijftig jaren - nooit is bewezen, maar wel vaak is ontkracht. Oftewel: de theorie klopt niet. Ja, serotonine is betrokken bij verschillende psychische stoornissen. Samen met nog een heel aantal andere neurotransmitters en allerlei genetische, neurobiologische, psychologische en omgevingsfactoren. Serotonine passeert de bloed-hersenbarrière niet dus kan alleen bepaald worden door in de hersenen te snijden. Er zijn afgeleide testen mogelijk maar wat dit zegt over het niveau in de hersenen, is onduidelijk. Wél weten we dat depressie veel complexer is dan enkel het gebrekkig aanmaken van één stofje.

Waarom dan toch die serotoninehypothese zo in ons gedachtengoed zit dat soms zelfs psychiaters het aan hun patiënten vertellen? Ik weet het niet. De farmaceutische industrie speelt een rol, die heeft de theorie gretig omarmt. En het zal wel zijn doordat het overgrote deel van de antidepressiva die in Nederland wordt voorgeschreven, de zogenaamde serotonine heropnameremmers zijn, zodat het o zo logisch lijkt dat de oorzaak van depressie dan ook wel iets met serotonine te maken zal hebben. Dat de effectiviteit van SSRI's ten opzichte van placebo's slechts 10 -15% is, bewijst echter opnieuw dat depressie niet simpelweg een kwestie is van het 'missen van een stofje'. Dan zou immers de effectiviteit ervan veel hoger moeten liggen. Maar het bekt nu eenmaal lekkerder: "je voelt je zo doordat je een stofje niet aanmaakt, dit middel vult dat aan en maakt je beter", dan - veel eerlijker - "we weten niet precies waarom je je zo voelt, maar soms helpt dit middel. Waarom precies, dat weten we niet".

Hoe het zit bij je vriend, weet ik niet. Naast medicamenteuze behandeling zijn er nog andere mogelijkheden. Voor chronische recidiverende depressie blijkt recent bijvoorbeeld mindfullness effectief te zijn, naast natuurlijk cognitieve gedragstherapie en interpersoonlijke psychotherapie. En medicatie kan daarnaast absoluut voor sommige patiënten wenselijk zijn, maar als de bijwerkingen haast erger zijn dan de kwaal, moet hij dat echt bespreken met zijn arts. Misschien dat medicatie uit een andere groep beter werkt bij hem, of kan een andere arts de zaak eens met een frisse blik bekijken? Hoe dan ook is het een zaak voor zijn behandelend arts.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing