Waarom blijft angst een mens soms meer in zijn greep houden dan de geruststellende gedachte dat er je niks kan overkomen?
Als je bijvoorbeeld heel erg bang bent dat je op vakantie ergens last van krijgt (voorbeeld: paniekaanvallen, lichamelijke problemen o.i.d.), gebeurt het vaak dat je op de vakantie niet kan genieten, omdat de angst je in zijn greep houdt, ook al weet je dat je op vorige vakanties ook niks is overkomen.
Waarom blijft men desondanks toch vaak het meest vastklampen aan die angst, dat maakt dat je lijdt, in plaats van aan de geruststellende gedachte "het is eerder toch goed gegaan, dus waarom zou dat nu anders zijn"???
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.