Als je bijziend bent en je laat je ogen laseren, wordt je dan soms of altijd verziend?

min?

Ik geef het iig een plus.

De eerste zin van het antwoord is volgens mij wel realistisch, maar voor niet-ingewijden ietwat onthutsend, en behoeft dus uitleg. En daar rammelt het. De rest van de antwoordtekst bestaat namelijk uit een tweetal algemeenheden die op zich juist zijn, maar die niets met de hier gestelde vraag of het begin van het antwoord te maken hebben.
En de vermelde bronnen brengen de lezer ook nog geen stap dichterbij. Ik zal me daarom bij de andere minnaar aansluiten.

@Bordensteker Dank je voor de toelichting!

@bordensteker
Als uitleg van de eerste zin is daarom ook een bron bijgevoegd.
De vraag was waardoor bijzienheid over kan gaan in verziend en die vraag heb ik ook beantwoord, door het stugger worden van de lens.

@ Henk45 Nou nee, dan lees ik de vraag blijkbaar anders dan u. De bewoording van de vraag en de nadere uitleg maakt juist duidelijk dat de betreffende persoon door het laseren van bijziend naar verziend was veranderd. En de hamvraag was daarom of dat verziend worden vaak of altijd het effect was van laseren. Uw eerste bron “10 voor biologie” stelt:
“Bijna iedereen krijgt met het ouder worden te maken met verziendheid. Een 'leesbril' (bril met bolle lens) is de uitkomst. Het is nog niet precies verklaard hoe het komt dat oudere mensen niet goed meer kunnen accommoderen. In veel (biologie)boeken kun je lezen dat het komt, doordat de lens met de jaren minder elastisch wordt en niet bol genoeg meer gemaakt kan worden.” De term “verziendheid” is voor het lichamelijke gebrek (waar die voor gehanteerd wordt) in een ver verleden eigenlijk misleidend gekozen. Het euvel (de afwijking van het ideale oog) is uiteraard niet het goed op afstand kunnen zien, maar het dichtbij _niet_ goed kunnen waarnemen. Doordat men bij het ouder worden slechter de ooglens boller kan vervormen, ontstaat bij de meeste ouderen de toenemende noodzaak om een leesbril te gaan gebruiken. En, voor brildragers, de wenselijkheid van de halve maantjes in de bifocale bril. Het is echter niet zo dat mensen die met hun nog jonge en vervormbare ooglens sowieso op afstand niet scherp kunnen zien, op oudere leeftijd dankzij het stugger worden van de ooglens dat in belangrijke mate wel beter gaan kunnen. (Het kan hooguit licht verbeteren door een geleidelijk intredende permanente verandering van de vorm van de ooglens, bijvoorbeeld door ongelijke weefselaangroei voor en achter.) Wat er met het ouder worden vooral verandert is dat ze dus (terwijl ze veraf al niet scherp zagen) bijkomend nu óók dichtbij problemen krijgen. In de laatste zin van uw oorspronkelijke uitleg staat na een algemeen bekend feit een m.i. onjuiste gevolgtrekking (beginnend bij “zodat”) die ik niet kan verklaren. Een leeg luchtbed wordt niet extra plat als het niet meer zo vol geblazen kan worden als voorheen; leeg is leeg, en het kan alleen minder vol gedaan worden. Wel wordt door de laserbehandeling de afwijking weggenomen dat het oog zonder bril niet scherp kon zien op afstand. En dóór het wegnemen van die afwijking kan het (mede afhankelijk van de leeftijd) gebeuren dat ineens het normale ouderdomsverschijnsel erg opvallend wordt dat het nu aangepaste oog minder goed dichtbij scherp kan zien.

Ik realiseer me nu pas dat dit antwoord eigenlijk helemaal niets zegt over laseren.

En je hebt nog wel een plus gegeven.

Omdat het gemind werd zonder uitleg, niet zozeer omdat ik het antwoord goed vond.

Als ze je dan maar niet bélazeren. Ik waag mijn ogen er niet aan!

Na de eerste zin van dit antwoord, die, ontleend aan een niet geheel onverdachte bron, (logischerwijs) iets positiever klinkt dan de opening van het antwoord van Henk45, staat een hier vrijwel niet relevant lijstje van allerlei mogelijke nadelige effecten, zonder dat we iets dichter bij het gevraagde antwoord komen. In de “veelgestelde vragen” (https://idealbody.nl/behandelingen/ogen/ogen-laseren-ooglaseren/veelgestelde-vragen#nadelen-ooglaseren-leesbril-haze ) op diezelfde bronwebsite wordt het nodig kunnen hebben van een leesbril op zich wel genoemd, maar de verklaring heeft dan weer niets te maken met het laseren:
“Wat zijn de nadelen van ooglaseren?
Het dragen van een leesbril kan nog steeds nodig zijn. Dit heeft te maken met ouderdom. Als je ouder bent wordt je steeds minder goed in het scherpstellen van je zicht. Dit komt door het verouderen van de lens en de spieren van je oog. De lens wordt minder elastisch en de spieren slapper. Daardoor kan de lens minder goed vervormen en gaat scherpstellen van dichtbij moeilijk.
Iedereen reageert anders op een laserbehandeling en het is lastig te voorspellen hoeveel risico jij loopt.” Het bovenstaande is een zeer ontoereikend antwoord op de door VS niet gestelde vraag naar “de nadelen van ooglaseren”. De algemeenheid die hier geponeerd wordt is zuiver een gevolg van het ouder worden van het oog. En dit is niet gerelateerd aan al dan niet ooglaseren. Het is dus een antwoord op een hier niet gestelde vraag.
De schrijver had hier beter kunnen vermelden dat een _bijziend_ oog op een ietwat onnodig korte afstand scherp kan stellen. En door te laseren naar een minder bolle ooglensvorm zal een voordien bijziend oog idealiter scherp in de verte kunnen zien, en die verschuiving naar verder weg brengt met zich mee dat de kortste afstand om dichtbij scherp te stellen nu ook merkbaar groter is geworden.
-