wat is het verschil tussen psychomotorische therapie en ergotherapie?

Psychomotorische therapie wordt ook wel psychomotore therapie genoemd, en wordt vaak afgekort als PMT. Het is een methode binnen de lichaamsgerichte psychotherapie. In psychomotorische therapie is de cliënt samen met de therapeut bezig met het doen van lichamelijke activiteiten, oefeningen en opdrachten. Hierbij ligt de nadruk op het gebied van lichaamservaring en beweging. Hierbij is het doel van psychomotorische therapie het tot stand brengen van, of bijdragen aan, een gedragsverandering waardoor de psychische klacht van de cliënt verminderd of verdwijnt. Wanneer het verminderen van de ernst van de psychische klacht niet haalbaar is, leert psychomotorische therapie de cliënt om te gaan met de situatie en de klacht te accepteren.
Het werkgebied van een ergotherapeut is groter.
Ergotherapie is paramedische zorg, net zoals fysiotherapie, logopedie en diëtetiek. Ergotherapeuten stellen mensen in staat om opnieuw hun dagelijkse activiteiten uit te voeren als dat niet meer lukt door lichamelijke of psychische problemen. Dit kunnen simpele handelingen zijn als eten en aankleden, maar ook meer complexe handelingen die te maken hebben met revalidatie na een ongeluk. Het werkterrein van de ergotherapeut is groot. Zo helpen ergotherapeuten kinderen die door een probleem in de oog/hand coördinatie moeite hebben met schrijven. Maar ook mensen met beginnende dementie worden door ergotherapeuten getraind om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven leven.
Ergotherapie vindt niet alleen in de behandelruimte van de ergotherapeut plaats, maar ook op de plek waar de problemen zich voordoen, zoals thuis, op het werk of op school.
De ergotherapeut start met het bespreken van de problemen van de cliënt. Ergotherapie is zorg op maat; de zorg wordt afgestemd op de wensen van de cliënt. De ergotherapeut gaat dus na wat de cliënt belangrijk vindt. Daarna wordt een observatie gedaan van de dagelijkse activiteit om zo na te kunnen gaan wat de beperkingen en mogelijkheden zijn. Om een compleet beeld te krijgen overlegt de ergotherapeut soms ook met de betrokken arts, de fysiotherapeut of andere betrokkenen, zoals mantelzorgers, familie, of vrienden.

Allereerst is psychomotore therapie (PMT) natuurlijk gericht op psychische klachten. Ergotherapie is gericht op het behandelen en zoveel mogelijk opheffen van beperkingen. Vaak in het bewegingsapparaat maar ook bijvoorbeeld cognitieve of energetische. De oorzaken van die beperkingen kunnen in theorie ook psychisch zijn, maar dat is zeker niet de grootste doelgroep van ergotherapeuten.

PMT behandelt psychische klachten vanuit de lichaamsbeleving en beweging. Het kan de vorm aannemen van een soort sporttherapie maar kan ook meer gaan over hoe je jezelf plaatst in een ruimte, hoe je beweegt en wat dat doet met je psyche. Je kunt er bezig zijn met ontspanningsoefeningen, leren wat stress met je lijf doet, of gewoon leren hoe sport en bewegen een positieve invloed kan hebben op je klachten. Het is een vorm van bewegingstherapie en valt gedeeltelijk in dezelfde categorie als bijvoorbeeld creatieve therapie met drama, dans, muziek of beeldende vormgeving in die zin dat het een non-verbale therapie is voor psychische klachten. Heeft wat overlap met psychosomatische fysiotherapie en haptonomie (vooral wat betreft de doelgroep), met als belangrijk verschil dat het vaak - maar niet altijd - in een groep wordt gegeven.

Ergotherapie gaat om het opheffen van of leren omgaan met beperkingen. Sessies zijn bijna altijd individueel. Een ergotherapeut behandelt onder meer mensen met reuma, spierziekten, chronische pijn of vermoeidheid, Parkinson of mensen met een halfzijdige verlamming en/of cognitieve stoornissen (CVA). Maar ook mensen die na een operatie opnieuw bepaalde handelingen willen leren doen, mensen met ouderdomskwalen, etc. Het gaat meestal om beperkingen in iemands dagelijks leven. Een ergotherapeut kan iemand leren dingen anders te doen (aankleden met één arm, opstaan uit een stoel met verminderde beenkracht), een betere dagindeling te maken zodat pijn of vermoeidheid verminderen, of kan helpen bij het vinden van een juist hulpmiddel, wat kan variëren van het vinden en leren gebruiken van een handig hulpje in de keuken tot het adviseren van een compleet op maat gemaakte rolstoel en het leren omgaan daarmee. Als hulpmiddelen mogelijk vergoed kunnen worden door bijvoorbeeld WMO of zorgverzekeraar, kan een ergo ook helpen bij de aanvraag.

Ergo wordt geboden zowel in de eerste lijn als in een ziekenhuis, revalidatiecentrum of verpleeghuis. PMT kan ook in de eerste lijn, maar is vaker onderdeel van een multidisciplinaire behandeling binnen de GGZ.