Lage olieprijs, goed of slecht voor de economie?

De lage olieprijs is op lange termijn slecht voor de de economie; de huidige prijs is namelijk kunstmatig laag omdat iemand (waarschijnlijk Rusland) de markt overvoerd met goedkope olie. Daarmee worden de concurrenten van Rusland om zeep geholpen, waarna Rusland monopolist is en de prijs kan vaststellen.
Rusland werkt toe naar een monopolie positie op de energie markt; het is ook één van de redenen van de Russische bemoeienis met Syrië. Rusland verkrijgt zo controle over de voornaamste concurrenten.

Laat ik antwoord geven met een wedervraag: Welke economie? De Nederlandse?

Een stuk uit NU.nl:

Wie profiteren van een lage prijs?
In lijn met de olieprijs, dalen ook de brandstofprijzen. Autobezitters merken dit direct aan de pomp. Ook bedrijven die veel geld kwijt zijn aan energiekosten, profiteren van de lagere prijzen.

Lage brandstofprijzen kunnen op landniveau een positief effect hebben voor Europa als netto-importeur van energie.

Een lage olieprijs is ook goed voor de economie, omdat consumenten en bedrijven met veel producten goedkoper uit zijn.

Wie lijden onder een lage prijs?

Het tegenovergestelde gebeurt natuurlijk ook; bedrijven die olie produceren of indirect betrokken zijn bij de sector, zoals Shell en Vopak, zien hun inkomsten dalen. Kostbare olie- en gaswinning worden een stuk minder rendabel als daar lagere opbrengsten tegenover staan.
Ook olie-exporterende landen voelen een lage olieprijs. Vooral Venezuela, Irak en Iran hebben moeite om hun begroting sluitend te krijgen bij een olieprijs van onder de 100 dollar per vat, momenteel schommelt de prijs rond de 50 dollar.
De prijsdaling heeft ook zijn weerslag op Rusland. Het land is de grootste energie-exporteur ter wereld, een daling van de olieprijs komt daarom hard aan. De economie kromp in het eerste en tweede kwartaal van 2015 en zit in recessie.