Waarom neemt de wereldhandel sneller toe dan de productie van goederen?

Dat komt doordat één goed meermaals wordt verhandeld.

Stel dat de hele wereldproductie aan goederen gelijk blijft, maar dat ik een brood bak ter waarde van € 1,00. Ik verkoop dat brood aan een broodhandelaar voor € 1,10.

De broodhandelaar verkoopt het brood door aan een snackbar voor € 1,20.

De snackbar snijdt het brood in 20 boterhammen, belegt die, en verkoopt de belegde boterhammen voor € 4,00 per stuk, waarvan (administratief, de klant merkt er niets van) € 0,45 voor de boterham is en € 3,55 voor het beleg.

Mijn ene brood heeft nu een handelsvolume verzorgd van:
€ 1,00 de waarde van mijn ingrediënten
€ 1,10 de prijs die de broodhandelaar mij betaalt
€ 1,20 de prijs die de snackbar de broodhandelaar betaalt
€ 9,00 20 keer de prijs van de boterham die de snackbar verkoopt

Ik produceer dus extra goederen (één brood) ter waarde van € 1,00. Het handelsvolume stijgt met € 12,30.