Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Wat houdt het 'second-order public-good problem' in?

Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
in: Economie
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Met wordt hier met simpele voorbeelden uitgelegd:
http://books.google.nl/books?id=6yB1AwAAQBAJ&lpg=PA102&ots=T3Yah86mbd&dq=%22second-order%20public-good%20problem%22&hl=nl&pg=PA102#v=onepage&q=%22second-order%20public-good%20problem%22&f=false
Antoni
10 jaar geleden
Goede link, compris! Ik zie nu in het boek van de link ("Advancing Family Theories" van James M. White) dat er een tweede free rider-probleem voorkomt bij het second-order public-good problem. Niet alleen het niet-bijdragen aan de productie van een collectief goed levert een free rider-probleem op (zoals ik heb vermeld in mijn antwoord), maar ook het niet-aanspreken van de (eerste) free riders op hun verantwoordelijkheid bij te dragen aan die productie. De vraag bij het second-order public-good problem is, wie de norm van het bijdragen aan de productie van de collectieve goederen oplegt aan de anderen. Iedereen heeft voordeel van het ervoor zorgen dat iedereen meedoet, maar in sociale omgevingen is vaak bijna niemand bereid in te grijpen als een ander zich niet houdt aan de (collectieve) norm. Free riders zijn dan degenen die de ander niet (willen) aanspreken op zijn gedrag en dit liever overlaten aan een derde. Het voorbeeld in het boek over het corrigeren van mensen die voordringen in een rij vind ik een prima voorbeeld daarvan.

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (1)

Het "second-order public-good problem" (het tweede-orde collectief-goedprobleem) heeft te maken met de productie van collectieve goederen. Collectieve goederen zijn goederen die mensen (individuen) wel nodig hebben, maar die niet zouden worden geproduceerd als mensen niet zouden samenwerken. Er is dus samenwerking (van een collectief) nodig om deze goederen te kunnen produceren. Voorbeelden zijn defensie, dijkbewaking en sociale voorzieningen.

Eerst moet door consensus worden bepaald welke collectieve goederen geproduceerd moeten worden. Dit is het first-order public-good problem.

Het tweede-orde collectief-goedprobleem heeft te maken met de individuele bijdragen van de burgers aan de productie van het collectieve goed. Getalsmatig is niet iedereen per se nodig om het collectieve goed te kunnen produceren, maar tegelijk is het niet sociaal om niet bij te dragen aan de productie van collectieve goed. Voor een individuele burger is het zelfs voordeliger om niet bij te dragen aan het collectieve goed. Tegelijk kan hij wel gebruikmaken van het collectieve goed als dit eenmaal is geproduceerd. Dit probleem is in de economie bekend als het free rider-probleem. Als echter ieder individu besluit om niet bij te dragen aan de productie van het collectieve goed, zal het collectieve goed niet worden geproduceerd. Er zijn daarom sancties nodig om de individuen over te halen of te dwingen bij te dragen aan de productie. Deze sancties kunnen positief of negatief zijn.

De belangrijkste vraag die bij het tweede-orde collectief-goedprobleem aan de orde is, is: wie bestraft degenen die zich opportunistisch gedragen en die niet bijdragen aan de productie van collectieve goederen? Het levert een individu weinig op als hij een ander erop wijst dat hij moet bijdragen aan het collectieve goed. Echter: deze "meelopers" moeten wel worden gedwongen of overgehaald om bij te dragen aan het collectieve goed. Dat is namelijk in het belang van de hele groep en noodzakelijk voor de succesvolle productie van het collectieve goed.

Zie ook de boeken Foundations of social theory van J. Coleman uit 1990 en het artikel Rewards and punishments as selective incentives for collective action:
theoretical investigations van P. Oliver in American Journal of Sociology, jaargang 6, pagina’s 1356-1375 uit 1980.

Toegevoegd na 10 minuten:
Zie ook pagina 16 (onderaan) en 17 van het rapport "Sociale samenhang in de wijk" van de Nederlandse Sociologische Vereniging en het SCP op www.scp.nl/dsresource?objectid=22669&type=org.
(Lees meer...)
10 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image