Tijdens het sorteren van kookboeken vond ik een boekje van "van Houten chocolade fabriek "uit 1936.".

De invoering van de omzetbelasting in Nederland viel samen met het moment waarop de schatkist ten gevolge van bijzondere omstandigheden dringend versterking nodig had. In 1926 werd een wetsontwerp (voor een zgn. weeldeverteringsbelasting) ingediend.
In 1933, toen de financiële positie van ons land zeer zwak was, werd een ontwerp van wet op de omzetbelasting ingediend. Het ontwerp van 1926 werd ingetrokken en later bij nota van wijzigingen in het ontwerp 1933 opgenomen.
Het oorspronkelijke ontwerp nam in beginsel het Belgische systeem over. Iedere levering van roerende goederen zou worden belast. Het ontwerp kende een cumulatief systeem (geen aftrek van voorbelasting zoals bij het cascadestelsel). Het tarief van heffing bedroeg 1 percent. De belasting moest door middel van zegels worden voldaan. Leveringen rechtstreeks aan particulieren van goederen voor persoonlijk gebruik bleven buiten de heffing.
Het oorspronkelijke ontwerp is, nadat de Tweede Kamer zijn bezwaren had kenbaar gemaakt en o.a. het stelsel van eenmalige (!) heffing had aanbevolen, vervangen door een ontwerp dat later de Omzetbelastingwet 1933 is geworden. De eenmalige heffing werd gelegd bij de fabrikant (vandaar dat het bij Van Houten vermeld wordt).

Toegevoegd op 22-04-2009 10:58:17
Het tarief was 4 percent; voor zogenoemde weeldegoederen 10 percent.