Waarom zijn bij afvallen koolhydraten niet goed, maar muesli wel?

Koolhydraten zijn wel degelijk goed (zelfs noodzakelijk), maar ze zijn er in verschillende vormen.
Koolhydraten zijn lange ketens van koolstof- en waterstofmoleculen. De kortere ketens noemen we suikers, de langere ketens noemen we zetmeel.

Suikers (er zijn verschillende soorten) zitten bijvoorbeeld in fruit (vooral bananen en druiven en dus ook in rozijnen), snoep, gebak, frisdrank, ijs, vla, vruchtenyoghurt, enzovoort. (En vergeet de suikerklontjes niet.)
Zetmeel zit in pasta, aardappels, muesli, brood, rijst, enzovoort.

Je lichaamscellen kunnen geen zetmeel gebruiken, alleen suikers. Als je zetmeel eet, moet het dus eerst worden afgebroken tot suikers. Dat begint al in je mond. In je speeksel zit een stof die de lange zetmeelketens 'verknipt' tot suikers. Maar het verteren gaat daarna nog verder in je maag en darmen. Als je zetmeel eet, komt er dus gedurende een lange tijd steeds een beetje suiker in je bloed. Genoeg om meteen te verbruiken, zonder dat je het op hoeft te slaan in vetweefsel.
Daarom noemen we zetmeel ook wel trage (of langzame) suikers.

Als je suikers eet, komen die meteen als één grote 'bom' in je lijf terecht. Je kunt ze niet allemaal tegelijk verbruiken, dus je slaat het teveel op als vet. Bovendien verzadigt suiker niet, dus je hebt waarschijnlijk zó weer trek.
Daarom noemen we suikers snelle suikers.

Dus: Je lichaam heeft absoluut koolhydraten nodig, maar niet te veel en niet in grote porties tegelijk. Dus liever in de vorm van langzame suikers, zoals muesli (pas wel op de krenten, daar zitten weer veel snelle suikers in).