zit er in vet vitamines?

Jazeker, vet is zelfs een hele belangrijke bron van bepaalde vitamines: A, D, E en K

Ja, in het vet van voedingsmiddelen zitten de vetoplosbare vitamines. Dat zijn de vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K. Deze kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen.

nee niet automatisch. vet is wel noodzakelijk voor de opname van genoemde vitamines. als voorbeeld kun je kijken naar het aanbod in smeerboters.

Ligt er maar helemaal aan wat voor vet je bedoelt. Er zijn nl. verschillende soorten vet: plantaardige vetten, dierlijke vetten en kunstmatige (chemische) vetten.

Jazeker, maar niet allemaal. Voornamelijk A,D, E en K. Aan sommige soorten plantaardig vet (zoals margarine (" kunstboter" ) worden ze zelfs kunstmatig toegevoegd. Andere vitamines vinden we weer in andere stoffen, zoals C in vruchtensap of B in granen en zemelen, om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen. Maar zeker ook in vet ; dat kun je dan ook niet helemaal uit je menu weglaten.

Vet heeft jarenlang eigenlijk een beetje onterecht de zwarte piet als dikmaker gekregen, nu weten we dat het veel meer de koolhydraten zijn. En zo lopen er mensen - zelfs kinderen- rond met overgewicht, die toch ondervoed zijn omdat ze enkele noodzakelijke vitaminen en vetzuren niet binnenkrijgen door angstvallig vermijden van alle soorten vet - ook de goede.

Nu zitten er ook in koolhydraten vitaminen, maar wel alleen in de goeie (volkorenproducten, knollen, aardappels etc). In wit bloem (pasta, witbrood) en witte suiker zit nagenoeg tot helemaal niets, dus die kun je straffeloos wat minderen in je menu, zoniet helemaal weglaten.

Sommige vetten ZIJN zelfs vitamines. Een aantal vitamines is alleen in vet oplosbaar: A, D, E en K. Vitamine betekent ‘vitale stof’, dat wil zeggen stoffen die niet door het lichaam zelf gemaakt kunnen worden. Om die reden zijn er in het verleden meerdere vitamines van de lijst afgevoerd omdat bij nader onderzoek bleek dat het lichaam ze toch kon aanmaken. Voor D en K geldt dit ten dele. Zeker ‘s winters zijn we geheel afhankelijk van voeding en suppletie wat betreft vitamine D. Uit recent onderzoek blijkt dat veel mensen een tekort aan vitamine K hebben.

Linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn eigenlijk ook vitamines omdat ons lichaam die niet kan omzetten uit andersoortige vetten. Linolzuur krijgen we veel te veel binnen door de vetten waarmee de industrie zijn producten maakt en omdat in de meeste huishoudens regelmatig zonnebloem- of sojaolie wordt gebruikt bij de maaltijdbereiding. Het zou in een één op één verhouding met alfa-linoleenzuur gebruikt moeten worden om gezondheidsproblemen, zoals hartziekte en kanker te voorkomen.