Hoe maak ik echte Franse crepes?

Kenmerk van de crêpes is dat ze heel dun zijn en daarom heb je een koekenpan nodig met het liefst een lage rand en die niet te klein moet zijn, zodat je de crêpes makkelijk kunt keren. Een crêperie zal ze ook daarom op platte platen bakken, omdat ze namelijk dan goed dun zullen zijn. Neem dus in elk geval de grootste en platste koekenpan die je hebt mét een anti-aanbaklaag.

Het basisrecept van de Franse crêpes ;

Meng 125 gr. bloem, een beetje zout en 20 gr. fijne kristalsuiker in een kom.
Breek er 2 eieren boven en meng erdoor.
Zet er de mixer met gardes in en begin alles te kloppen, terwijl je er steeds wat melk bij doet, tot in totaal 1/4 liter melk (250 ml) erin zit.
Ga door tot er geen klontjes meer inzitten.
Voeg er dan 1 lepel oranjebloesemwater of 2 gr. vanille essence aan toe.
Meng er tot slot 20 gr. ghee (geklaarde boter) door en laat het beslag dan ½ uurtje tot 1 uurtje even in de koelkast rusten.

Je zult zien dat het beslag dunner is dan wat wij gewend zijn van onze pannenkoeken.

Zet de pan op medium hoog vuur en laat een klontje boter smelten of kwast de pan met wat zachte boter en een bakkwastje in. Neem wél echte boter. Dit is van wezenlijk belang voor de smaak! Is de pan goed heet en de boter gesmolten, giet er dan een soeplepel beslag in, haal hem van het vuur en draai de pan rond zodat je een dunne crêpe krijgt. Zet de pan weer op het vuur en bak hem 1 minuutje. Daarna draai je hem om met 2 platte spatels of gooi hem om in de lucht. Bak de andere kant dan ook nog ½- 1 min. tot hij net gaar is, maar zeker niet bruin.
Leg hem dan op een warm bord, strooi er wat suiker over en vouw hem in vieren.
Verder kan je hem dan serveren met je favoriete topping.