Is er verschil in smaak tussen eten sauteren of eten roerbakken?

Bij sauteren wordt het eten over het algemeen heel dun/klein gesneden, zodat het snel klaar is en er minder olie gebruikt hoeft te worden. Het smaakt inderdaad wel anders, naar mijn mening lekkerder dan roerbakken.

Het verschil in sauteren en roerbakken is dat je bij sauteren de pan schudt en bij roerbakken roer je het voedsel met een spatel. Het vet moet goed heet zijn en de ingrediënte fijn gesneden. Daardoor is roerbakken of sauteren alleen geschikt voor groenten en vlees dat snel gaar is en nog gedeeltelijk gaar worden gegeten. Kenmerkend voor sauteren of roerbakken is de bruine, krokante korst die het gerecht krijgt. Deze korst ontstaat doordat de buitenkant van het voedsel door het hete vet uitdroogt. Dit komt omdat vocht uit het voedsel verbrandt.De droge buitenkant krijgt hierdoor een bruine kleur. Het moet dus in heet vet gebeuren, dus niet in boter of margarine. Dit kan niet verder verhit worden dan 120 graden, hoger verbrandt het. Olie kan tot 190 graden worden verhit. Je mag ook geen deksel gebruiken want het verdampend vocht slaat weer terug op de deksel en de krokantheid blijft dan uit. Verder is er geen verschil in smaak, sauteren en roerbakken wordt altijd in één adem genoemd. Het enige verschil zit hem dus in het roeren of schudden van de wok.

Toegevoegd na 1 dag:
Een sauteuse is meestal gemaakt van koper of dun edelstaal, omdat de pan hierdoor goed en snel warm wordt. Dit is anders dan een wok, die is niet zo snel heet als een sauteuse omdat het materiaal dikker is. De bodem heeft echter net zulke ronde hoeken.

Sauteren hoeft niet alleen met kleine stukken gedaan te worden, ook kan het met biefstuk of andere grotere stukken vlees. dan gebruik je een hete pan met olie en leg je het product telkens op een ander plek neer in de pan, dat zorgt ervoor dat de pan goed heet blijft. en je product niet aanbrand. herhaal het tot het product gaar is.

Roerbakken is een zo kort mogelijke garing.(dus met kleine stukken) dat zorgt ervoor bij bijvoorbeeld groenten dat de voedingsstoffen in het product blijven.