Hoe weet je bij het benoemen van een interval (muziek) of je overmatig of klein moet gebruiken?
Een voorbeeld: je hebt een tweeklank die bestaat uit een f en een as / gis.
De grondtoon is de f.
Je gaat dit interval benoemen.
De F majeurtoonladder is f - g - a - bes - c - d - e - f.
De bovenste toon van het interval, de as / gis, ligt niet op deze toonladder.
Je kunt dit interval dan op twee manieren benoemen:
- overmatige secunde (f - g en dan een halve omhoog)
- kleine terts (f - g - a en dan een halve noot omlaag)
Is beide van deze manieren goed of maar een manier? En waarom?
Ik dacht zelf dat alleen de tweede manier goed is (kleine terts), omdat de F majeurtoonladder die je gebruikt om dit interval te benoemen ook alleen maar uit mollen bestaat.
Toegevoegd na 17 minuten:
Ik bedoelde dat de F majeurtoonladder die je gebruikt om het interval mee te benoemen alleen maar in mollen wordt uitgedrukt.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.