wie heeft DE ezelsbrug om het maatverschil tussen de linker en rechterhand van mendelsshon opus 38 no 2 onder de knie te krijgen???

In feite is er geen maatverschil in de bovenste paar regels en verder gaat met met twee tegen drie, dus iets schommelend.
Begin op de eerste regel. Tel de rechterhand eens niet in drie maar in zes. Dus eenu tweeju drieje . Dan verdeel je de zes nootjes in twee delen. kijk nu naar de derde regel waar cantabile staat. Nu zie je die zes keer drie nootjes in de linkerhand staan. Maar heel gemeen is dan het vierde nootje voor rekening van de rechterhand. Je telt dus in die maat ee hene TWEE ( rechterhand) hu nu ( linkerhand. drieheneVIER he ne. Je ziet dat de gis rechts gelijk komt met de e links, de b rechts gelijk komt met de gis links en de e/gis rechts alleen komt gevolgd door e be links.
Je kunt de hele maat ook een keertje in achttien telletjes delen en dan zie je ook dat de nootjes met twee vlaggen rechts precies passen in de gaten links.
Verderop staan maten die twee tegen drie gaan en gelukkig hoef je in dit geval alleen de laatste noot in de rechterhand alleen maar tussen de laatste twee nootjes van de linkerhand te laten vallen. Een tweeJE drie.
Als je dat principe wilt begrijpen moet je op een stuk papier 12 stippen zetten. Aan de bovenkant van elke tweede noot zet je een streepje omhoog. Daarna zet je onder elke derde stip een streepje naar beneden. Dus de eerste stip heeft twee streepjes. Zet je handen op tafel en zet linker- en rechtervinger gelijk op die eerste tel. Tel door en elke keer als je linker- of rechterhand een streepje tegenkomt, tik die vinger. Herhaal dat een heleboel keren en opeens heb je de slag beet. Soms heb je twee vingers gelijk en soms elk apart. Klinkt als uitleg allemaal raar, maar het werkt.
Succes! Mooi stuk trouwens.