Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waardoor is bepaald, hoe de tonen op een toonladder klinken?

Is dit toeval of zit er meer achter?

Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
in: Muziek

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (4)

De grondtoon is 440 Hz... En een octaaf hoger is 880 Hz, daartussen zitten 8 tonen oplopend in frequentie en per octaaf is het verschil gelijk... Dus de toon in het 440 bereik is de ondertoon van dezelfde toon in de 880 bereik...

En weer een octaaf hoger is het 1760 Hr en weer zit daar dezelfde verschillen in toonhoogte...

Dit is het principe op zijn janboerenfluitjes uitgelegd...
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Leuke theorie maar volgens mij bestonden muzieknotatie en toonladders al ver voor dat de ouders van meneer Hertz over hem nadachten!!!
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Dank je voor de min... Door dhr Hz is het wel nauwkeurig bewezen en aangetoond...
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
En hoe verklaar je dan de hele en halve toonafstanden?
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
het gehoor deed dat, ik niet...
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
XiniX, die min was niet van mij, het commentaar natuurlijk wel. Maar ik ben niet zo flauw om met minnetjes te strooien simpel omdat IK een antwoord niet helemaal zo zie of misschien gewoon te dom ben om het te begrijpen.
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
@YviB... Dank je dat je zo bent... :-))
Oorspronkelijk werd muziek niet opgeschreven. Wie 'n instrument bespeelde, speelde vaak samen, en zo leerde je melodieën aan elkaar. Van vader op zoon werd 't doorgegeven, van leraar op leerling. Aan de andere kant had je de kerk, waar in de vroege middeleeuwen veel teksten zingend werden uitgesproken, en die melodieën werden steeds ingewikkelder. Er kwam 'n moment dat 'n zangmeester merkte dat niet alle zangers 't allemaal even makkelijk konden onthouden. Daarom werden er boven de te zingen tekst geheugensteuntjes geschreven. Puntjes, streepjes, haakjes, elk met een eigen betekenis, om de zanger eraan te herinneren: hier omhoog, deze lang aanhouden, daar weer omlaag. Dat werkte alleen als je de melodie al geleerd had, als houvast. Deze tekentjes noemde men neumen. Hoe hoog of laag of lang je precies moest zingen, kon je er niet aan zien.

Op den duur kreeg men behoefte aan 'n manier van opschrijven waar die precisie wel inzat. Daartoe ging men werken met lijnen. Eerst een of twee, een rode en 'n zwarte, waar noten boven en onder werden gezet. Algauw bleek dat niet genoeg, en stapte men over op vier (zwarte) lijnen: de notenbalk. Pas in de 14e eeuw kreeg de notenbalk zijn definitieve vorm van vijf lijnen. Tegelijk met de lijnen kregen de noten nieuwe vormen die de lengte aangaven: vierkant of ruitvormig, open of gesloten, met of zonder stok of vlag. De noten waren eerst dus nog hoekig (vierkant of ruitvormig), maar er waren ook wel samengestelde noten van verschillende vierkantjes, of een soort vlaggetjes van de ene toon naar de volgende. Tegenwoordig wordt dat notenschrift nog gebruikt voor het gregoriaans, het oude kerkgezang weer steeds vaker gezongen wordt. Ronde noten kwamen er pas in de 15e eeuw.



Hoe de nooit klinkt is afhankelijk van verschillende factoren. Je hebt verschillende soorten muziek sleutels. 'n G-sleutel, 'n F-sleutel en 'n C-sleutel. Deze kunnen op hun beurt weer onder worden verdeelt.
Deze sleutels verwijzen naar 'n plek op de balk. Als een noot op die plek/lijn op de balk komt heet deze noot 'n G respectievelijk F of C.
Dit wil nog niet zeggen dat er ook echt een G, F of C klinkt.
Dit is alleen het geval als je op 'n C-instrument speelt. Zoals 'n Piano of 'n dwarsfluit bijvoorbeeld. Maar wanneer je tenor-saxofoon in bes speelt of bes-klarinet klinkt er een F wanneer er een G word gespeeld. Wanneer je althoorn in Es speelt klinkt er 'n B. Wanneer je Althobo in F speelt klinkt er 'n C wanneer je 'n G speelt.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
De huidige in de westerse muziek gebruikte toonladder, bestaande uit 12 tonen, heeft zich historisch ontwikkeld vanuit 3 tonen rond 1 toon, naar 5 tonen (de pentatoniek); Vervolgens naar 7 tonen (de diatoniek) en tenslotte naar 12 tonen (chromatiek). De geschiedenis van de "westerse" muziek begint met een uit het (midden)-oosten en rondom het oude Griekenland overgenomen diatoniek.
Het westerse toonstelsel bestaat uit een verdeling binnen een octaaf van twaalf halve toonsafstanden. Uit dit toonmateriaal worden doorgaans 7 gebruikt om een
toonladder te vormen. Er is sprake van een toonladder wanneer een tonaal centrum (ofwel een tonica= grondtoon, meestal ook de eerste en laatste toon van een compositie) waarneembaar is.
Rond 1600 ontstond het harmonisch denken in akkoorden en het luisteren naar hun grondtonen.
Het toongeslacht wordt bepaald door de soorten intervallen die gebruikt worden; de toonsoort wordt bepaald door de opeenvolging van deze intervallen in de tonenreeks van elke toonsoort en de toonaard wordt bepaald door de absolute toonhoogte van de grondnoot van elke tonenreeks.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
+1 :-)
Niet zoveel met Herz te maken.
Aristoteles is DE man van snaren en tonen.
Bepalend is dat de snaar een geheel aantal complete golven kunnen hebben, anders bijten ze elkaar in de staart. M.a.w. er moet een staande golf kunnen ontstaan. Verder moet je dat maar opzoeken in WiKi of zo (te lang verhaal om hier te schrijven)
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image