Waarom draaien al mijn cassettebandjes kapot?

Een cassettebandje wordt in een cassettespeler door twee verschillende mechaniekjes bewogen:

De band wordt met constante snelheid van de afwikkelhaspel getrokken door de toonas met de aandrukrol, de band moet dan weer opgerold worden door de opwikkelhaspel.

Deze opwikkelhaspel wordt aangedreven via een slipkoppeling omdat de haspel niet altijd dezelfde snelheid draait: als het haspeltje leeg is moet hij veel sneller draaien om de band met 4,75 cm/s op te wikkelen dan wanneer de haspel bijna vol is omdat de omtrek van de rol tape dan veel groter is dan in het begin.

Het opwikkelmechanisme doet het dus niet, dat kan twee oorzaken hebben: óf de slipkoppeling slipt te makkelijk, óf de aandrijfsnaar die de slipkoppeling laat draaien is gebroken door veroudering van het rubber.

Controleer of de spindel van de opwikkelhaspel draait als je zonder cassette de speler laat draaien, dan zie je gauw genoeg wat er aan de hand is.

Als op meerdere spelers hetzelfde gebeurt dan draaien de cassettes zelf kennelijk te stroef zodat de slipkoppeling blijft slippen.
Je kunt dan de bandjes soepeler maken door ze eerst een aantal keren helemaal heen en weer te spoelen met de snelspoel toetsen van de speler voordat je ze probeert af te spelen.