Waarom vliegen er soms meer vogels aan een kant in formatie?

Heb hier ook nog even aan gedacht, maar dat is niet zo'n goed argument. Als ze zouden kunnen tellen, is dat nog geen argument dat ze het daarom zouden doen. Het is niet bepaalt dat de vogels 10 rechts 10 links willen als ze met zn 21'en vliegen. Daarnaast als ze het wel gelijk zouden willen hebben zouden ze ook naar de lengte* kunnen kijken. Daarnaast kan je ook zien dat er meer is van iets zonder te kunnen tellen. Kleine kinderen die je twee dozen voorschoteld, 1 met 2 snoepjes en 1 met 20 snoepjes zullen kiezen voor die met 20 snoepjes, ondanks het feit dat ze niet kunnen tellen. Ook kunnen sommige vogels wel tellen (beperkt, ik geloof tot 3). *En ja lengte zegt nog niet alles, maar je ziet op de bovenste foto een duidelijk aantal verschil en een lengteverschil. Iets wat die vogels wel kunnen bepalen zonder er meters of getallen aan te hangen.

Bordensteker;
Zou het ook iets te maken kunnen hebben van welke kant de wind komt?

Toch niet!
Een vogel die eenmaal in de lucht is, heeft eigenlijk niets meer met de grond te maken.
Hij wordt voortdurend door de wind met de omringende lucht méé verplaatst.
De vogel beweegt zelf uiteraard ook nog ten opzichte van de omringende lucht, en die omringende lucht wordt met vogel en al door de wind over het aardoppervlak verplaatst. Een zwemmer die ergens op open zee van een boot springt en gaat zwemmen, beweegt zich recht door het water heen. Een vis doet dat ook; een vis kan alleen recht vooruit snelheid maken met de minimale krachtsinspanning. Nou staat er stroming in die zee. Dan zwemt de man nog steeds recht door het water, maar hij wordt met water en al intussen ten opzichte van de zeebodem tegelijk ook verplaatst door die stroming.
Als de stroming precies de andere kant op is, en even snel als dat de man aan het zwemmen is, dan komt hij zelfs geen meter vooruit.
En als er een stroming van opzij is, gaat de man schuin over de zeebodem – terwijl hij zelf nog steeds recht door die watermassa aan het bewegen is. de man die onlangs van Frankrijk naar Engeland en terug Het Kanaal overzwom, moet bij een dwarsstroming dus niet met zijn hoofd richting het doel sturen, want dan wordt hij van de ideale koerslijn weggezet. Hij moet “opsturen”, net als een veerpont in een snelstromende rivier. Zodat de combinatie van de waterrichting en de vaarrichting ervoor zorgt dat de pont (of die zwemmende man) over de gewenste bodemkoers blijft gaan (vooropgesteld dat de pont ook netjes bij de veerstoep van de andere oever aan wil komen). Als je met die man mee wil zwemmen, maakt het niet uit of je dat rechts of links van de man doet. De zwemtechniek is hetzelfde. Zo gaat het ook met vogels.
Als er zijwind staat, beweegt de hele V-formatie schuin over het aardoppervlak.
Maar voor de vogels maakt het niet uit of ze in de rechterpoot of de linkerpoot van de V vliegen. De formatieleider moet alleen zorgen dat hij met zijn neus meer naar rechts stuurt ten opzichte van de bergtop waar hij wil aankomen. De rest volgt hem gewoon; de V zelf vliegt recht door de lucht, maar vanaf de grond zie je de V scheef overtrekken. Voor de vogels beweegt om zo te zeggen de aarde onder de stilstaande lucht door, en in beide poten van de V moet er even hard gewerkt worden.
Alleen tijdens koerswijzigingen is er kortstondig een verschil. De ene poot vliegt de buitenbocht en de andere de binnenbocht. Als je alles van tevoren weet, kun je dáár heel even wat voordeel uit halen.