Hoeveel verschillen de spijsverteringskanalen van het schaap en de geit?

Geiten zijn herkauwers en hebben vier magen. De pens, netmaag en boekmaag zijn de zogenaamde voormagen. De lebmaag is de ‘echte’ maag.

Deze dieren eten graag lopend. Tijdens het lopen pikken ze hier en daar een hapje gras, wat twijgjes, bladeren, takken en houtschors mee. Ze knabbelen liever dan dat ze echt eten.

Schapen hebben net als runderen 4 magen. De pens, netmaag, boekmaag en de lebmaag. De eerste drie magen zijn typisch voor herkauwers en ontstaan eigenlijk uit de slokdarm. De pens is de grootste maag en dient om het gras en het andere voedsel dat de schapen opnemen op te slaan. Later kan het dan herkauwd worden. In de pens gebeurt er ook een eerste vertering door de pensbacteriën, hierdoor kan ondermeer gras (cellulose) afgebroken worden. De netmaag die als je ze open snijdt een patroon van een visnet heeft speelt voornamelijk een rol in het transport van het voedsel. De boekmaag heeft allemaal plooien en lijkt hierdoor op een boek. Door de vele plooien wordt de contactoppervlakte sterk vergroot en kan er gemakkelijk water en mineralen opgenomen worden. De lebmaag of de eigenlijke maag kan je vergelijken met onze maag, er wordt zuur en pepsine geproduceerd voor de vertering van eiwitten.

Er is dus zo goed als geen verschil daar het beide herkauwers zijn.