Moderne computers beschikken over veel intern geheugen. Waarom is virtueel geheugen nog steeds nodig als het interne geheugen al zo groot is?

Omdat aan de ene kant een 32-bits OS maar 3,6 GB kan adresseren. Een 64-bits OS kan alle geheugen adresseren en als je genoeg geheugen hebt kan je het virtueel geheugen gewoon uitzetten.

Virtueel geheugen heb je tegenwoordig helemaal niet meer nodig. Op mijn computer staat virtual memory ook uit omdat ik 8GB in me computer heb. Er vind geen caching plaats op me harddisk.

Moderne computers draaien op moderne operating systemen. En deze OS'en laten de processen draaien in hun eigen geheugen ruimte. Dit kan door de processen een virtueel geheugen te geven. Dit geeft een stuk veiligheid en betrouwbaarheid, maar ook een stuk onvoorspelbaarheid qua snelheid. Maar de meest processoren en hardschijven zijn zo snel, dat het snelheid verlies mee valt.
Om meerdere processen op meerdere processoren te laten draaien is virtueel geheugen nodig.

De stap naar virtuele processoren, virtuele harde schijven, virtuele netwerkverbindingen, virtuele computers, virtuele backup tapes en virtuele hardware is niet zo ver meer voor de thuismarkt. Dit van virtuele harde schijven is al gemaakt bij de meeste computers. Voor de zakelijke markt zijn de meeste virtualisaties al gemaakt.

De noodzaak om het virtuele geheugen groter te maken dan het fysieke geheugen wordt steeds minder.

Door op de hardschijf ruimte te houden waarin het geheugen gedumpt kan worden maakt het mogelijk om zeer snel naar een slaap stand te gaan en daaruit snel wakker te worden. Om dit mogelijk te maken is virtuele geheugen nodig.

Dit alles is ook om te lossen zonder virtuele geheugen, maar de wereld heeft het pad van virtuele geheugen gekozen voor de moderne computers.