Van de jongeren vindt 33% dat ouderen moreel verplicht zijn om te verhuizen naar seniorenwoningen als dat mogelijk is. Zo maken de krasse knarren plaats voor een jonge gezinnen en komen er starterswoningen vrij.
Slechts 16,1% van de ouderen heeft de behoefte om te verhuizen naar een seniorenwoning. Mogelijk omdat zij bang zijn om hun vertrouwde buurt te verlaten en in een bejaardentehuis terecht te komen. Dit blijkt uit onderzoek van het journalistieke platform DIT van de EO.
Meer seniorenwoningen zijn niet oplossing
De sleutel om meer woonruimte te creëren, ligt volgens Taco van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) niet bij de ouderen. “De bouw van seniorenwoningen is niet de oplossing”, zegt hij tegen BNR. Door sterfte of verhuizingen naar verpleeghuizen komen er veel meer woningen vrij dan de overheid bij kan bouwen. “We zien in de oudere groep boven de 75 jaar dat jaarlijks 100.000 woningen beschikbaar komen.”
Meeste ouderen wonen in appartementen en rijtjeshuizen
Ook het idee dat ouderen allemaal in grote, vrijstaande huizen wonen klopt niet. “Dat is niet op feiten gebaseerd. De meeste ouderen wonen in appartementen, rijtjeshuizen of kleinere eengezinswoningen. Ze houden dus geen woningen bezet voor grote gezinnen”, aldus de EIB-directeur. Het heeft dus ook geen zin om ouderen te stimuleren hun huis te verkopen. “Het is een natuurlijk proces. Mensen komen bijvoorbeeld te overlijden of moeten uit noodzaak verhuizen, omdat ze de trap niet meer opkomen.”
Tekst gaat verder onder de video >>>
Behoefte aan seniorenwoningen blijft groot
Deslniettemin blijft de behoefte aan seniorenhuisvesting en gemeenschappen waar senioren meer zelfredzaam zijn groot. Maar gemeenten, corporaties en ontwikkelaars lukt het niet voldoende goede seniorenhuisvesting te realiseren. In 1990 was 12,8 procent van de bevolking 65 jaar of ouder. Op 1 januari 2022 was het aandeel 65-plussers gestegen tot 20 procent, goed voor ruim 3,5 miljoen bewoners. Tot 2035 komen daar nog ruim 1 miljoen bij, geeft de Kernprognose van het CBS aan.
Mythes over krasse knarren
1. Vergrijzing is iets van de provincie, het gaat wel aan de stad voorbij
De vergrijzing is het grootst in de steden. Waar het aantal AOW-ers in Amsterdam in 2021 nog 102,8 duizend bedroeg, groeit hun aantal in 2035 en 2050 tot respectievelijk 170,6 en 207,4 duizend. In Utrecht is de groei van 34,6 duizend AOW-ers in 2021 tot 88,7 duizend in 2050 nog spectaculairder.
2. Met seniorenhuisvesting valt niets te verdienen
Waar betaalbaarheid bij de meeste woningzoekenden het grootste struikelblok is, hoor je een senior zelden een goedkope woning vragen. Senioren hebben dan misschien een lager inkomen, ze zijn de meest vermogende doelgroep. Dat vermogen zit weggestopt in boten en buitenhuizen.
3. Senioren zijn sneller tevreden
Dit is een grote misvatting waar veel beleidsmakers op nat gaan. Senioren hebben al en dak boven hun hoofd en wonen doorgaans goed. Daarmee is in een basisbehoefte voorzien. De vraag naar een nieuwe woonomgeving zit daarmee hoger in de piramide van behoeftebevrediging van Maslow.
4. Ouderen willen kleiner wonen
Senioren hebben vaak meer tijd dan werkenden. Voormalig staatssecretaris Marcel van Dam verruilde na zijn pensionering de stad voor een landgoed in de provincie. Ook Hans Leeflang, geestelijk vader van de VINEX, week nam na zijn werkzame leven uit naar een hoeve op het platteland. In de aarde wroeten houdt je namelijk jong.
Bronnen: EO, BNR, CBS, Stadszaken. Foto: FredFroese by Canva