Ga naar de inhoud

Wildplukken in de zomer: dit zijn de wildplukregels

Wildplukken in de zomer

Ben je heerlijk aan de wandel en kom je onderweg een vruchtenstruik tegen, dan kun je daar lekker wat vanaf plukken om later thuis op te eten. Wildplukken is leuk, verrassend én het brengt je naar nieuwe plekken. Er zijn aan wildplukken wel wat regels verbonden.

Waar moet je op letten en wat zijn goede wildpluk tips?

Wat mag wel en niet bij het wildplukken?

Wildplukken is wettelijk verboden in Nederland, het wordt gezien als diefstal of stroperij. Er staan daarom fikse boetes op. Ondanks dit verbod is wildplukken wel steeds meer een trend. Op bepaalde plekken mag je plukken, als je je maar aan de regels van de Nederlandse Vereniging voor Veldbiologie (KNNV) houdt. Houd je aan de volgende wildplukregels en je kunt met een gerust gevoel appels of bramen plukken:

Regel 1: weet welke planten je mag plukken

Zorg, voordat je start met wildplukken, voor enige kennis van zaken. Dit vanwege deze 2 redenen:

  1. Bescherm jezelf. Omdat sommige planten giftig zijn.
  2. Daarnaast is het belangrijk dat je de natuur beschermt. Pluk geen beschermde of bedreigde plantensoorten. Als je twijfelt of je iets mag plukken, zoek dan eerst wat informatie op het internet of koop een boek over wildplukken.

Regel 2: zorg ervoor dat je de natuur niet verstoort

Heb respect voor de natuur. Wees voorzichtig en zorg ervoor dat je geen gezonde takken breekt. Zie je een bijzondere plant, een beschermde soort of dieren? Loop hier dan met een boog omheen.

Regel 3: let extra op bij het plukken van paddenstoelen

Kom je aan het einde van de zomer paddenstoelen tegen? Let dan extra op. Sommigen zijn giftig. Het is lastig om niet-giftige van giftige soorten te onderscheiden. Ook is het in verschillende gemeenten niet toegestaan om paddenstoelen te plukken.

Regel 4: laat altijd wat over van elke soort

Pluk nooit alle vruchten, zaden of planten van 1 boom of struik. Als je dat wel doet, verdwijnen die planten op die plek. Ze vermeerderen vaak door hun zaden. Pluk daarom een klein deel en laat altijd wat over voor het zaad en als voer voor wilde dieren. Ook weet je dat je een jaar later hier weer terecht kan voor die lekkere vruchten of die mooie planten.

Regel 5: zoveel mag je precies wildplukken

Helaas is onbeperkt wildplukken niet toegestaan. Je mag ongeveer 250 gram plukken. Laat ook de bloemknoppen met rust, zodat deze uitgroeien.

Lees onder het Instagram-bericht verder >>

Per regio andere regels voor wildplukken

Naast de bovenstaande regels voor wildplukken gelden er regels per regio en gemeente. Oriënteer je daarom altijd voordat je start met wildplukken. Wandel je op particulier grondgebied, dan ben je verplicht toestemming te vragen of je planten of vruchten mag meenemen.

In beschermde natuurgebieden en buiten de toegestane paden mag je niets plukken. Informeer goed bij de terreineigenaar of de beheerder. Pluk alleen in gebieden waar je mag komen en respecteer de geldende regels.

Lees onder het Instagram-bericht verder >>

Wildplukken tijdens het wandelen

Als je je aan de bovenstaande tips houdt, komt het helemaal goed. Het is leuk om een keer een wandeling te maken met een natuurgids/deskundige. Er zijn veel wildplukkers met veel kennis van eetbare wilde planten. Ook leuk om te doen met je (klein)kinderen en ontdek hier de mooiste wandelroutes per provincie.

20 eetbare wilde planten

Hieronder tref je een lijst met 20 eetbare wilde planten die je in de natuur vindt. Het is niet de gehele lijst. Het omvat enkele van de meest voorkomende eetbare wilde planten die je in Nederland kan aantreffen. Zorg er altijd voor dat je de planten correct identificeert en controleer of ze veilig zijn om te eten voordat je ze verzamelt en consumeert.

  1. Brandnetel (Urtica dioica) – De jonge toppen kook je als spinazie.
  2. Paardenbloem (Taraxacum officinale) – Bladeren, bloemen en wortels zijn eetbaar; bladeren zijn heerlijk in salades.
  3. Zuring (Rumex) – De jonge bladeren hebben een frisse, zure smaak en eet je rauw in salades.
  4. Daslook (Allium ursinum) – De bladeren hebben een lichte knoflooksmaak en zijn heerlijk in salades en pesto.
  5. Vlierbloesem (Sambucus nigra) – De bloemen gebruik je om siroop of thee van te maken.
  6. Kleine veldkers (Cardamine hirsuta) – De bladeren hebben een pittige smaak en voeg je toe aan salades.
  7. Weegbree (Plantago) – De jonge bladeren zijn eetbaar en kook je als spinazie.
  8. Duizendblad (Achillea millefolium) – De bladeren gebruik je in salades of als kruid.
  9. Dovenetel (Lamium) – De jonge bladeren eet je rauw of gekookt.
  10. Madeliefje (Bellis perennis) – Bloemen en bladeren zijn eetbaar en kun je toegevoegd aan salades.
  11. Hondsdraf (Glechoma hederacea) – De bladeren gebruik je als kruid in salades en soepen.
  12. Grote klis (Arctium lappa) – De wortels zijn eetbaar en kun je koken als groente.
  13. Zevenblad (Aegopodium podagraria) – De jonge bladeren eet je als spinazie of in salades.
  14. Waterkers (Nasturtium officinale) – Bladeren hebben een pittige smaak en zijn heerlijk in salades.
  15. Berk (Betula) – Het sap van de boom kun je drinken als een verfrissende drank.
  16. Zilte schijnspurrie (Spergularia media) – De bladeren eet je rauw in salades.
  17. Kliswortel (Arctium) – De wortels kook je en eet je als groenten.
  18. Vogelmuur (Stellaria media) – De jonge bladeren zijn eetbaar en kun je rauw in salades verwerken.
  19. Eikvaren (Polypodium vulgare) – De wortelstok is eetbaar en heeft een zoete smaak.
  20. Moerasspirea (Filipendula ulmaria) – De bladeren en bloemen gebruik je om thee mee te maken.

Wilde oogst wel goed wassen

Let op: was je oogst wel goed! Het is erg belangrijk om wilde planten goed te wassen voordat je ze consumeert. Hier lees hoe je dat doet:

Verzamel de planten op een schone locatie: Vermijd gebieden dicht bij wegen, landbouwvelden waar ze pesticiden gebruiken, of plekken waar dieren veel komen. Schud de planten voorzichtig om eventuele losse vuildeeltjes en insecten te verwijderen. Plaats de planten in een grote kom of wasbak en spoel ze grondig af met koud water. Dit helpt om vuil, zand en andere onzuiverheden te verwijderen.

Vul een kom met koud water en voeg een eetlepel zout toe. Laat de planten ongeveer 10-15 minuten in deze oplossing weken. Dit helpt om eventuele kleine insecten en parasieten te doden. Na het weken in de zoutoplossing, spoel de planten opnieuw grondig af met koud water om het zout en eventuele resterende vuil te verwijderen. Leg de gewassen planten op een schone theedoek of keukenpapier en laat ze goed uitlekken en drogen voordat je ze verder verwerkt of opeet.

  • Extra stap voor gevoelige planten: voor tere bladeren en bloemen kun je een zachte borstel gebruiken om vuil voorzichtig te verwijderen zonder de planten te beschadigen.

Door deze stappen te volgen, zorg je ervoor dat je wilde planten schoon en veilig zijn om te eten. Bekijk ook nog deze video >>

Bron: Staatsbosbeheer, KNNV.

Meer over: