Hoewel de meeste vissoorten in de Noordzee het niet slecht doen (lees: het gaat ontzettend goed!), adviseert de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) om de visquota voor volgend jaar aanzienlijk te verlagen.
Dit advies is gericht aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Waarom dit zo is, lees je in dit artikel.
Visstand heel goed, maar vistvangst in Noordzee moet toch minder
Het lijkt tegenstrijdig dat de visquota worden verlaagd terwijl de visstand goed is. Dit heeft te maken met de langetermijnvisie van de Europese Unie met betrekking tot visserij. De visquota worden vastgesteld om een ‘maximaal duurzame’ oogst te waarborgen, met als doel de visstand op de lange termijn te behouden. Voor elke vissoort in de Noordzee wordt een specifiek doel gesteld, zoals tong, schol, kabeljauw, schelvis, koolvis, wijting, zeeduivel en Noorse kreeftjes. Aangezien veel vissers op meerdere soorten vissen, worden er bandbreedtes vastgesteld.
Haringvangst moet 40 procent omlaag
Volgens het advies moet de haringvangst volgend jaar met 40 procent verminderd worden ten opzichte van dit jaar, de tongvangst met 35 procent en de kabeljauwvangst met 47 procent. Ook de vangst van wijting (-18 procent) en schol (bijna 9 procent) moet worden beperkt. Het advies, gepresenteerd door Wageningen Marine Research, speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de visquota. Jaarlijks bepaalt de Europese Raad van Visserijministers in december hoeveel vis er mag worden gevangen voor het volgende jaar.
Per vis verschilt de maximale vangst
Volgens wetenschappers bevindt de Noordzeetong zich in een veilige zone, met naar schatting 59 duizend ton volwassen tong in de Noordzee. Het advies is om tussen de 6.871 en 1.935 ton te vangen. De scholpopulatie bereikt recordhoogtes met ongeveer 913 duizend ton. Het advies is om maximaal 2.523 ton aan volwassen vissen te vangen. Voor kabeljauw is het beeld anders, met ongeveer 114 duizend ton volwassen vissen in de Noordzee. De verwachte groei blijft achter, daarom zou de totale vangst niet meer dan 22.331 ton moeten bedragen.
Hoewel het aantal haringvissen in de Noordzee afneemt, is de populatie nog steeds gezond met ongeveer 1,9 miljoen ton volwassen haring. Er wordt echter verwacht dat dit aantal daalt naar 1,4 miljoen ton. Het advies is om niet meer dan 311.572 ton te vangen.
Andere vissoorten belanden voornamelijk als bijvangst in de netten van vissers, zoals wijting en zeebaars. Voor deze soorten is er een gemengd beleid. Professionele vissers mogen maximaal 1.532 ton zeebaars vangen, terwijl de recreatieve visserij beperkt is tot maximum van 113 ton.
Vissers snappen geen bal van de visstand
Vissers vragen zich af hoe dit kan. “We begrijpen het niet helemaal”, aldus Cor Vonk, secretaris van de actiegroep EMK (Eendracht Maakt Kracht), waarin ongeveer 125 vissers zich hebben verenigd. Hij merkt op dat er veel vis in de Noordzee is, en toch gaan de quota omlaag.
Volgens Vonk worden de berekeningen van wetenschappers steeds complexer. “Ze komen telkens met iets nieuws. ICES is een gerenommeerd instituut, maar soms vraag je je af of ze het zelf nog begrijpen.” Het is mogelijk dat dit slechts een openingsbod is en dat de uiteindelijke visquota – die later dit jaar officieel worden vastgesteld – hoger zullen uitvallen. “Ik denk dat ICES hoog inzet”, aldus Vonk.