Het vertrouwen in de Tweede Kamer was in 10 jaar tijd niet zo laag. Eind vorig jaar had slechts een kwart van de 15-plussers vertrouwen in het parlement. Dat is het laagste niveau sinds 2012. Toen werd het vertrouwen in het parlement voor eerst gepeild.
Ook het vertrouwen in politici stemt tot nadenken. Het is met 21 procent aanzienlijk lager dan in voorafgaande jaren. Anders ligt dat met ons vertrouwen in rechters, politie en de gezondheidszorg. Dat is met bijna 80 procent behoorlijk groot. In de coronajaren 2020 en 2021 nam het vertrouwen in veel instellingen toe. Maar in 2022, na corona, daalde dat weer tot het niveau van voor de pandemie. Dit geven de laatste cijfers aan van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In sommige gevallen viel het vertrouwen zelfs lager uit, bijvoorbeeld bij politieke instellingen, banken en grote bedrijven.
Dalende trend
Voor de coronapandemie had ook een minderheid van de Nederlanders vertrouwen in de Tweede Kamer. Dat veranderde aan het begin van de pandemie, in het tweede kwartaal van 2020. Toen gaf een kleine meerderheid (58 procent) aan vertrouwen in het parlement te hebben. Dat nam daarna weer gestaag af tot 25 procent eind vorig jaar. Ook het vertrouwen in politici in het algemeen laat een dalende trend zien. Met 21 procent lag dat op het laagste niveau van de afgelopen 5 jaar. Ter vergelijking: aan het begin van de pandemie steeg het vertrouwen van de Nederlanders in politici naar 44 procent. Een grote meerderheid zegt wel vertrouwen te hebben in instituten als de politie en rechters.
Vernietigend rapportcijfer voor kabinet
Tijdens de laatste Prinsjesdag kreeg het kabinet een vernietigend rapportcijfer van 3,3. Een historisch laag cijfer dat werd veroorzaakt door de crises op het gebied van land- en woningbouw, asielbeleid en inflatie en het uitblijven van oplossingen. De meesten van ons wilden toen nieuwe verkiezingen. Maar liefst 65 procent, blijkt uit onderzoek dat EenVandaag onder ruim 30.000 mensen hield.
Daaruit blijkt ook dat we het meeste vertrouwen hebben in politieke nieuwkomers onder wie Robbert Dijkgraaf, Ernst Kuipers en Dilan Yesilgöz. De oude garde – Mark Rutte, Sigrid Kaag en Wobke Hoekstra – bestempelen we als onbetrouwbaar.
Over Dijkgraaf zegt iemand: “Het is een ervaren wetenschapper die met al zijn kennis ons onderwijssysteem een positieve impuls geeft. Hij is goed begonnen met de herwaardering van het mbo.” Maar ook zegt men dat hij wel wat zichtbaarder mag zijn.
Veel mensen – 61 procent – hadden hoge verwachtingen van Ernst Kuipers bij de start van het kabinet. Daar is nu nog 38 procent over. Een deel vindt dat hij het goed doet, een ander deel vindt dat hij wat tegenvalt of meent dat hij beter op zijn plaats is in het ziekenhuis.
Tekst gaat onder de video verder >>
Wel vertrouwen in de medemens
Behalve het vertrouwen in de Nederlandse politiek meet het CBS ook het vertrouwen in de medemens. Dat nam de afgelopen 10 jaar juist gestaag toe: van gemiddeld 58 procent in 2012, naar 66 procent vorig jaar. Het vertrouwen in de medemens was onder Nederlanders die alleen het basisonderwijs gevolgd hadden vorig jaar het laagst (40 procent). Bij de groep met een hbo-opleiding of universitaire opleiding was dit ten minste 2 keer zo hoog. Die laatste groepen hebben gemiddeld ook meer vertrouwen in politieke instellingen.