Een stekjesbibliotheek is een mini-tuincentrum, gewoon naast je eigen voordeur. Iedereen die voorbijkomt, kan plantjes ruilen voor eigen stekjes of gekweekte plantjes. Wil jij ook een stekjesbieb beginnen? Esther van Leeuwen vertelt over haar ruilkast en legt uit hoe je dat aanpakt.
De stekjesbibliotheek in Krommenie begon toen de woonkamer van Esther steeds meer op een jungle leek. ‘Ik stekte mijn kamerplanten en kweekte buitenplantjes in huis tot ze op mijn balkon verder konden groeien. Mijn huis raakte voller en voller. Toen ik op internet las over de stekjesbibliotheek, was ik meteen enthousiast. Dát wilde ik ook doen! Op de website staat een kaart met alle stekjesbibliotheken in Nederland, maar bij mij in de buurt was er niet één.’
Fleurige uitstalling
Inmiddels is haar bieb een groot succes. Plantenliefhebbers weten haar fleurige uitstalling op de galerij van haar flat goed te vinden. ‘Ik krijg zoveel leuke reacties! Ook ben ik in contact gekomen met allemaal mensen die net zoveel van planten houden als ik. Als iemand erover nadenkt om ook een stekjesbibliotheek te beginnen, dan zeg ik: doen!’ Eén nadeel: de verzameling planten in het huis van Esther is eerder gegroeid dan gekrompen. ‘Dat is waar, maar ik word heel blij van al die planten. Van een nieuw blad, of mooie worteltjes, word ik al enthousiast. Met de planten die je vanaf een stekkie hebt opgekweekt, voel je toch meer een band dan met een plant die je in de winkel koopt?’
Leuke kastjes om zelf een stekjesbibliotheek te beginnen
1. Zorg voor voldoende plantjes
Een stekjesbibliotheek begint met een mooie voorraad kleine plantjes om te ruilen. Heb jij net zulke groene vingers als Esther, dan is dat geen probleem. Kijk rond in huis welke planten toe zijn aan een nieuwe plek, en van welke planten je makkelijk stekjes afhaalt en zet die allemaal in potjes. ‘Ik heb gemerkt dat kamerplanten het beter doen dan moestuinplanten. Ik heb een paar planten gezocht die je goed kunt stekken. Een pannenkoekenplant is bijvoorbeeld erg populair, en makkelijk te stekken, net als een graslelie of een ‘moeder van duizend’, een vetplant waarbij kleine plantjes op de rand van het blad groeien.’
2. Vind een goeie plek
Sommige mensen hebben de plantenbieb in de voortuin staan, of bij de oprit. In een open boekenkast of een marktkraam staan de planten beschut. Esther woont in een galerijflat, dat was even improviseren. ‘Ik heb erover nagedacht om de planten beneden bij de flat te zetten, maar dan kan ik ze niet in de gaten houden. Bovendien zijn ze daar ook niet direct zichtbaar voor voorbijgangers.’ Nu staan de planten in een oud theekastje op haar galerij. ‘Het ziet er netjes uit, want als het mooi weer is, zit ik er zelf graag.’ Met een bordje of een (geplastificeerd) papier op je stekjesbieb leg je de spelregels uit: mensen mogen een plantje ruilen voor een ander plantje. Hebben ze geen ander plantje of geld? Een kleine donatie of iets anders is ook mogelijk: leuke (oude) bloempotten, zakjes met zaadjes of een zak potgrond.
3. Een voorraad is handig
Zet niet al je plantjes in de aanbieding, hou een voorraadje achter de hand. Zo kun je de uitstalling snel aanvullen als er wat plantjes geruild zijn. ‘Ik had vier grote kamerplanten in de bieb staan, en die zijn er alle vier tegelijk uitgehaald. Zo hebben andere mensen er ook niks aan,’ vertelt Esther. ‘Maar eigenlijk maak ik me niet zo druk over hebberige mensen, want ik krijg ook vaak leuke plantjes van mensen die er niks voor terug willen. Als ik een aantal stekjes van dezelfde plant heb, zet ik er een of twee in het kastje en de rest blijft even binnen. Dan kan ik het spreiden en blijft het aanbod voldoende.’
4. Maak reclame
Mensen moeten wèl weten dat je stekjesbibliotheek bestaat, maak daarom reclame. Zet foto’s op Facebook en andere social media, vertel mensen waar je mee bezig bent en meld je aan bij groepjes van mensen die in planten geïnteresseerd zijn, zoals een plantenasiel en mensen die moestuinieren. Esther: ‘Ik heb op Facebook een groep gemaakt ter promotie, omdat ik niet op een plek zit waar voorbijgangers de planten zomaar zien. Online kwam ik ook in contact met een plantenasiel in de buurt, waar mensen kamerplanten aan doneren, die ze niet meer in huis kunnen houden. Van de initiatiefnemer van het asiel krijg ik soms planten cadeau die ik kan stekken. Vrienden bieden me ook soms plantjes of stekjes aan voor mijn bieb, hartstikke leuk.’
5. Ruil zelf ook – en niet alleen plantjes
Esther: ‘Ik ging op bezoek bij vrienden die niet in de buurt wonen. Vooraf heb ik meteen een kratje met stekjes meegenomen én opgezocht welke stekjesbibliotheek daar in de buurt zit, zodat ik even kon bekijken hoe de plantenbieb er daar uit zag én lekker wat kon ruilen!’ Hou dus zelf goed in de gaten waar je plantjes kunt ruilen en doe dat ook. Zo kwam Esther ook aan mooie flesjes om kleine stekjes in te verpakken, want iemand had nog medicijnflesjes over. En zie je ergens plastic bloempotjes? Vraag of je ze mag meenemen, want die zijn voor je stekjesbibliotheek heel handig, en de meeste mensen gooien ze weg zo gauw een plant in de pot of de tuin staat.
Lees ook:
– Lekker tuinieren? Zo verwijder je onkruid
– Zo kweek en stek je pioenrozen
Bronnen:
Esther van Leeuwen van Zaans Groen
De stekjesroute (via Google maps)