
Uit onderzoek blijkt dat veel aanstaande pensionado’s keuzes uitstellen of zelfs helemaal niet maken. En dat kan grote gevolgen hebben. Bij pensioenplanning denk je vaak aan later: aan rust, reizen of eindelijk tijd voor je hobby’s. Juist in de jaren vóór je pensioen worden de belangrijkste keuzes gemaakt. Keuzes die je financiële toekomst bepalen, en die vaak onomkeerbaar zijn.
We nemen je even mee langs de meest gemaakte fouten in de pensioenplanning – zodat jij ze kunt voorkomen. Ontdek ze in dit artikel.
1. Denken dat je niets te kiezen hebt
Veel mensen denken dat pensioen automatisch wel goed geregeld is. Je werkgever draagt bij, je bouwt pensioen op via een fonds, en op je AOW-leeftijd krijg je gewoon een uitkering. Zo simpel is het niet altijd. De nieuwe pensioenwet schrijft zelfs voor dat jij goed begeleid moet worden bij je pensioenkeuzes en die zijn vaak cruciaal. Het gaat al snel om duizenden euro’s verschil.
Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat het per pensioenuitvoerder sterk verschilt of mensen actief kiezen. Soms past de standaardoptie jou, maar vaak maken mensen geen keuze omdat ze zich niet bewust zijn van de impact. En niets kiezen ís ook een keuze, maar met soms pijnlijke gevolgen.
De nieuwe pensioenwet uitgelegd. Lees verder onder de video >>
2. Je partnerpensioen ongewijzigd laten
Ga je uit dienst? Dan is het partnerpensioen – het bedrag dat je partner krijgt als jij overlijdt – nog maar een paar maanden verzekerd. Daarna stopt het, tenzij jijzelf aangeeft dat het moet blijven doorlopen. Doe je dat niet, dan krijgt je partner niets als jou iets overkomt van dat pensioen.
Vooral als je als zzp’er verdergaat of geen nieuwe pensioenregeling krijgt, is dat een cruciaal moment om actie te ondernemen. Want ook al betekent het een lagere ouderdomsuitkering voor jou, het kan je partner veel zekerheid bieden.
Zelf pensioen opbouwen: wees er op tijd bij. Lees verder onder de video >>
3. De mogelijkheid tot waardeoverdracht negeren
Heb je bij meerdere werkgevers pensioen opgebouwd? Dan mag je het oude pensioen vaak meenemen naar je huidige fonds. Dat lijkt onnodig gedoe, maar zeker nu het pensioenstelsel verandert, kan het grote gevolgen voor je hebben.
Fondsen keren hun reserves uit op basis van de waarde van jouw pensioenpot. Zit jij nu bij een rijk fonds? Dan kan het lonen om je oude pensioen daarheen over te hevelen. En later nog een keer? Alleen doen als je denkt dat een andere uitvoerder slimmer belegt. Onderzoek daarvoor onder andere het beleggingsrendement, dekkingsgraad en de beoordelingen van externe (onafhankelijke!) ratingsbureau.
4. Bijsparen uitstellen tot het te laat is
Veel mensen kijken pas op hun 64e naar hun pensioenoverzicht – om dan te schrikken. Maar dan ben je al te laat. De juiste tijd om te beginnen met bij te sparen is rond je 50e. Dan kun je nog fiscaal voordelig extra geld opzijzetten.
Bijvoorbeeld via je werkgever of door zelf een lijfrente te openen. Dat laatste geeft vaak meer flexibiliteit en is dus het overwegen waard. Een goed moment dus om je verwachte pensioen te checken en in te grijpen als het nodig is.
Lees ook: Pensioensparen is populair.
5. Automatisch kiezen voor een vaste uitkering
De meeste mensen gaan ervan uit dat ze later gewoon een vast bedrag per maand krijgen. Je kunt ook kiezen voor een variabele uitkering, waarbij je pensioenpot blijft meebewegen met de markt. Dat kan voordeliger zijn op de lange termijn, al schommelt je maandelijkse bedrag dan wel.
Let op: als je dit wilt, moet je dat vaak al rond je vijftigste aangeven. Want vanaf die leeftijd bouwen fondsen het beleggingsrisico automatisch af.
6. Het effect van eerder of later met pensioen onderschatten
De keuze voor je pensioenleeftijd is misschien wel de belangrijkste. Want hoe eerder je stopt met werken, hoe lager je maandelijkse uitkering. Een jaar eerder met pensioen kan zomaar 6% tot 8% schelen. En dat is structureel.
Tegelijkertijd is eerder stoppen fiscaal onaantrekkelijker: je betaalt aanvankelijk meer belasting. Daar moet je goed over nadenken en uitrekenen of je het verschil kunt dragen.
Wil je juist later stoppen? Dat mag tot 5 jaar na je AOW-datum – en levert vaak een hogere uitkering op.
7. De hoog-laagconstructie links laten liggen
Sommige mensen willen in de eerste jaren na hun pensioen meer besteden – aan reizen of een nieuwe auto bijvoorbeeld – en later minder. Daarvoor bestaat de zogenoemde hoog-laagconstructie: je krijgt eerst een hogere uitkering, daarna een lagere.
Klinkt aantrekkelijk, maar pas op. Je moet echt goed beseffen dat je na een aantal jaar met minder moet rondkomen. Maak die keuze alleen als je daar bewust voor kiest en het financieel kunt dragen.
8. Partnerpensioen in pensioenplanning ongemoeid laten
Bij de ingang van je pensioen kun je ervoor kiezen een deel van je ouderdomspensioen om te zetten in extra partnerpensioen – of andersom. Denk goed na over wat jouw partner nodig heeft als jij er niet meer bent.
Heeft je partner een goed eigen pensioen? Dan kun je misschien kiezen voor een hogere uitkering voor jezelf. Is jouw inkomen het belangrijkste in jullie huishouden? Dan kan extra partnerpensioen juist veel zekerheid geven.
Wat het nieuwe pensioenstelsel voor jou betekent. Lees verder onder de video >>
Goede voorbereiding is het halve werk
Pensioenplanning is geen ver-van-je-bed-show. Het gaat over keuzes die je vandaag maakt – met gevolgen voor de rest van je leven. En hoewel je misschien niet alle ruimte hebt om zelf te bepalen, is de invloed die je wél hebt van grote waarde. Laat je goed informeren over je keuzes en de momenten waarop je die maakt en denk vooruit. Later begint vandaag.
* Startpagina geeft geen financieel advies alleen tips en informatie. Raadpleeg bij vragen altijd een financieel adviseur.
Bronnen:
Autoriteit Financiële Markten (AFM), Advieskantoor Herenvest, Gommer Pensions Group, De Telegraaf