Het afgelopen jaar heeft de overheid aanzienlijk meer uitgegeven aan het inhuren van externe krachten dan haar eigen richtlijnen toestaan. Van de 18,9 miljard euro die bestemd was voor personeelskosten, ging maar liefst 2,6 miljard euro naar freelancers en uitzendkrachten.
Dit bedrag overschrijdt de beoogde limiet met 700 miljoen euro. Deze toename in externe krachten is grotendeels het gevolg van de dringende noodzaak om problemen als de toeslagenaffaire en de situatie in Groningen aan te pakken. De kern van dit probleem ligt dieper en heeft te maken met een ernstig tekort aan expertise binnen de overheid zelf. Lees hier hoe dat precies zit.
Groot personeelstekort overheid
Het bedrag van 2,6 miljard euro vertegenwoordigt nu 14,2 procent van de totale personeelskosten van de rijksoverheid in 2022. Een cijfer dat ver boven de zogenaamde Roemernorm ligt. Deze norm was oorspronkelijk ontworpen om de uitgaven aan tijdelijke krachten zoals woordvoerders, communicatieadviseurs, accountants en juristen te reguleren. Volgens de Roemernorm mogen zij maximaal 225 euro per uur in rekening brengen voor hun diensten.
Externe krachten zijn een stuk duurder
Het inhuren van externe krachten blijkt duurder te zijn dan het in dienst nemen van eigen personeel. Volgens de Roemernorm mag een ministerie slechts 10 procent van de personeelskosten besteden aan externe inhuur. Deze regel, vernoemd naar Emile Roemer, voormalig leider van de SP, blijkt echter al enkele jaren niet te worden nageleefd. Dit blijkt uit gegevens verstrekt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer. De uitgaven aan externe inhuur zijn gestaag gestegen sinds 2019.
Overschrijding Roemernorm
Waarom overschrijdt de overheid steeds de Roemernorm waarom voelt zij zich genoodzaakt om externe expertise in te huren. Het probleem ligt in het feit dat de overheid vaak niet beschikt over de benodigde interne kennis en expertise om complexe uitdagingen effectief aan te pakken. Dit betekent dat zij in situaties waarin zij geconfronteerd wordt met complexe vraagstukken, zoals de toeslagenaffaire, de Groningse gasproblematiek en het stikstofdossier, geregeld de hulp van externe deskundigen moet inschakelen.
Goedkoop is duurkoop
Nicole Temmink, Tweede Kamerlid voor de SP, benadrukt dat de overheid aanzienlijke bedragen uitgeeft aan kostbare consultants. Ze merkt op dat de voorgaande kabinetten de overheid dusdanig hebben uitgekleed dat het spreekwoordelijke ‘goedkoop is duurkoop’ speelt. Daarbij gaat waardevolle expertise verloren, wat de overheid kwetsbaar maakt in het aangaan van complexe uitdagingen. Haar collega-Kamerlid Pieter Omtzigt (NSC) wijst erop dat de overheid relatief dure krachten inhuurt. Zonde, want het is in veel gevallen efficiënter om mensen in dienst te nemen met de benodigde kennis en ervaring.
Komt er een oplossing op de lange termijn?
Het inhuren van externe krachten is soms onvermijdelijk vanwege de tijdelijke aard van benodigde expertise of bij grootschalige projecten. Toch blijft het feit dat de overheid niet over voldoende interne kennis beschikt een zorgwekkend probleem. Het institutionele geheugen van de overheid wordt hierdoor aangetast. Dit tast uiteindelijk de kwaliteit van haar dienstverlening en het vermogen om problemen effectief op te lossen aan.
Investeren in opbouwen en behouden van benodigde kennis en ervaring
Het is van cruciaal belang dat de overheid investeert in het opbouwen en behouden van de benodigde kennis en ervaring binnen haar eigen organisatie. Een dergelijke investering helpt om financiële overschrijdingen te voorkomen en om duurzame oplossingen te bieden voor de complexe uitdagingen waarmee de overheid geconfronteerd wordt.