
Heb je steeds meer last van hooikoorts? Je bent niet de enige. Een opvallende oorzaak die steeds meer aandacht krijgt, is de opmars van mannelijke planten in onze tuinen, parken en steden. Waarom is dit? En wat zijn de gevolgen voor onze gezondheid en biodiversiteit? We doken in het onderwerp, lees dus snel verder.
Waarom zijn er steeds meer mannelijke planten?
Het antwoord ligt vooral in stadsplanning en tuinarchitectuur. Veel steden en gemeenten kiezen bewust voor mannelijke bomen en struiken bij het aanleggen van groenvoorzieningen. De reden? Mannelijke planten produceren geen vruchten of zaden, wat minder rommel betekent op stoepen en straten. Minder onderhoud, dus lagere kosten.
Denk bijvoorbeeld aan populaire stadsbomen zoals de plataan, esdoorn en populier: vaak planten ze mannelijke varianten om overlast van vallend fruit te vermijden.
De keerzijde: meer pollen, meer hooikoorts
Mannelijke planten produceren stuifmeel (pollen) om zich voort te planten. En hoe meer mannelijk groen er is, hoe meer stuifmeel er in de lucht komt. Dit leidt tot hogere concentraties pollen in de lente en zomer, en dus tot meer klachten bij mensen met hooikoorts en allergieën.
Sommige onderzoeken tonen zelfs aan dat luchtvervuiling het stuifmeel agressiever maakt, waardoor de hooikoortsklachten nog heftiger zijn.
Invloed op biodiversiteit door meer mannelijke planten
Naast gezondheidsklachten heeft de voorkeur voor mannelijke planten ook gevolgen voor de biodiversiteit. Door het vermijden van vrouwelijke planten (die wél bloemen, vruchten en zaden produceren), krijgen insecten, vogels en andere dieren minder voedsel en schuilplaatsen.
Wat kun je zelf doen?
- Kies in je eigen tuin of op je balkon voor vrouwelijke of tweeslachtige planten.
- Plant meer bloemen die insecten aantrekken.
- Informeer bij je gemeente naar het beleid rondom groenvoorziening.
Er loopt momenteel een actie van tuincentra: tegel eruit, gratis inheemse planten erin. Kijk of je je eigen tuin of terras kan verduurzamen.
Bomen vaak van mannelijk geslacht
Deze planten produceren alleen stuifmeel (pollen) en dus géén vruchten of zaden:
- Esdoorn (Acer spp.) – Veel stedelijke esdoorns zijn mannelijk om zadenoverlast te voorkomen.
- Populier (Populus spp.) – Vooral de witte en zwarte populier; mannelijke exemplaren worden vaak aangeplant.
- Plataan (Platanus spp.) – Veel stedelijke plataanbomen zijn mannelijk en veroorzaken veel pollen.
- Wilg (Salix spp.) – Heeft mannelijke en vrouwelijke exemplaren; mannelijke wilgen produceren veel pollen.
- Taxus (Taxus baccata) – Mannelijke taxussen produceren pollen, vrouwelijke krijgen rode bessen.
- Juniperus (Jeneverbes) – Mannelijke planten geven pollen af, vrouwelijke dragen blauwe ‘bessen’.
Let op: Je ziet dit vooral bij bomen en heesters. Kwekerijen leveren vaak bewust mannelijke exemplaren om zwerfvuil (fruit, zaadjes) te vermijden.
Kies voor tweeslachtige planten
Tweeslachtige planten zijn hermafrodiet. Ze hebben mannelijke én vrouwelijke delen in 1 bloem. Deze zijn heel gebruikelijk, vooral bij bloeiende planten:
- Tomaat
- Paprika en chilipeper
- Zonnebloem
- Tulp
- Appel – De bloemen zijn tweeslachtig, maar kruisbestuiving is vaak nodig.
- Lavendel
- Roos
- Paardenbloem
Tweeslachtige planten zijn ideaal voor de tuin: ze trekken bijen aan, bloeien mooi en helpen bij bestuiving.
De toename van mannelijke groen lijkt op het eerste gezicht praktisch. Op langere termijn heeft het helaas nadelige effecten op onze gezondheid en het ecosysteem. Tijd voor een nieuwe aanpak en groen beleid dat schoon én divers is.