Ga naar de inhoud

Leven met iemand met autisme, tips voor omgang


Een leven met autisme is vaak niet makkelijk. Mensen met autisme hebben behoefte aan structuur, duidelijkheid en vaste regels. Ze zijn graag alleen en kunnen niet goed tegen verrassingen. Voor partners, vrienden en familie kan dit soms lastig zijn. In dit artikel lees je wat autisme is en hoe je hier het beste mee om kunt gaan.

Wat is autisme?

Bij mensen met autisme verloopt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Daardoor vinden ze het lastig om met veranderingen om te gaan en hebben moeite met sociale activiteiten. Meestal zijn mensen met autisme erg perfectionistisch, kritisch en niet snel tevreden. Autisme brengt ook positieve kanten met zich mee. Zo zijn ze nauwkeurig en zien geen enkele detail over het hoofd. Pietje precies!

Ze zeggen dat in ieder mens een beetje autisme schuilt. Er is echter bij slechts 1% van de Nederlandse bevolking autisme vastgesteld. Wanneer je autisme hebt, zijn bepaalde vlakken minder goed ontwikkeld op het gebied van sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.

Autisme valt onder het autisme-spectrum stoornis (ASS). Vroeger onderscheidden we verschillende soorten autisme: klassiek autisme, Asperger en PDD-NOS en McDD. Tegenwoordig worden deze termen steeds meer losgelaten, en wordt er gekeken naar de gedragskenmerken die verschillen per persoon. Geen enkele persoon met autisme heeft namelijk dezelfde kenmerken.

Meer te weten komen over autisme? Dit zijn boeken over autisme

Hoe kan ik autisme herkennen?

Autisme is niet met een bloedprik of test vast te stellen: er zijn geen meetbare indicatoren voor het vaststellen van autisme. Daarom wordt de diagnose autisme gesteld door een psychiater of een psycholoog aan de hand van verschillende gedragskenmerken. De onderstaande kenmerken worden in verband gebracht met autisme. Wanneer je meerdere kenmerken herkent, is de kans groot dat het om autisme gaat.

Kenmerken van autisme

  • Minder ontwikkelde sociale vaardigheden
  • Moeite met veranderingen
  • Kan slecht tegen verrassingen of onverwachte gebeurtenissen
  • Oprecht en eerlijk
  • Oog voor detail
  • Dingen heel letterlijk nemen
  • Eerlijk en recht door zee
  • Kritisch
  • Sterke analytische vaardigheden
  • Herkennen en volgen van patronen
  • Perfectionistisch
  • Nauwkeurig
  • Bewaren van overzicht gaat niet of lastig
  • Loyaal
  • Over- of juist ongevoelig voor prikkels
  • Heel veel energie steken in bepaalde zaken, zoals een hobby
  • Hyperfocus
  • Voorkeur voor persoonlijk contact, het liefst een op een 
  • Tragere informatieverwerking

8 tips voor omgaan met mensen met autisme

Er bestaat geen gebruiksaanwijzing hoe je met iemand met autisme omgaat. Wel kunnen de volgende adviezen helpen om je relatie te verbeteren.

1. Zorg voor structuur en regelmaat

Mensen met autisme houden van structuur en regelmaat. Het liefst volgen ze een vast schema, dat elke dag hetzelfde is. Dit is helaas niet altijd mogelijk. Zorg voor regelmaat in het huishouden. Plan vaste eetmomenten, ga op dezelfde tijd naar bed en maak afspraken over het gebruik van de badkamer. Maak een lijstje met dingen die nog moeten gebeuren en werk met afkruisen. Stel verder ook duidelijke regels op, bijvoorbeeld hoe lang iemand aan het douchen is of wanneer de boodschappen in huis moeten zijn. Dit zorgt voor duidelijkheid en veel rust.

Met een planner kun je overzicht houden over je activiteiten en gebeurtenissen

2. Geef duidelijk aan wat je wilt

Mensen met autisme vinden het lastig om iemands gevoelens en lichaamstaal te interpreteren. Vermijd zoveel mogelijk spreekwoorden en woordgrapjes. Geef verder duidelijk aan wat je bedoelt en wees helder in je communicatie. Wanneer je ruzie hebt, kan het lastig zijn. Een typisch voorbeeld is de zin: “Laat maar zitten, het is goed zo.” Dit wordt vaak gezegd als je er klaar mee bent, maar het eigenlijk uit wil praten. Iemand met autisme vindt dit moeilijk om te begrijpen. Wanneer je zegt dat het goed is, is het ook goed. Dan kan je er later niet op terugkomen. Daarnaast vindt iemand die autistisch is, het vaak lastig om keuzes te maken. Al helemaal als jij zelf aangeeft dat je het zelf ook niet weet. Stel daarom zoveel mogelijk gesloten vragen of baken je vraag af met meerdere opties.

3. Zorg voor zo min mogelijk veranderingen en verrassingen

Hoe leuk onverwachte weekendjes weg en surprise verjaardagsfeestjes ook zijn, doe dit niet. Iemand met autisme kan hier niet tegen. Hij of zij wil alles lang van tevoren horen, zodat ze er rekening mee kunnen houden. Als je op korte termijn wat wilt plannen, geef dit dan van tevoren aan. Zo kan iemand met autisme hier alvast aan wennen.

4. Respecteer de behoefte aan privacy en geef de ander de ruimte

Mensen met autisme hebben veel behoefte aan privacy. Respecteer dit, hoe moeilijk dit soms ook is. Terwijl jij het liefst samen naar het strand gaat, gaat diegene liever aan de slag met zijn of haar hobby. Voor mensen met autisme kost een normale dag ontzettend veel inspanning, meer dan je je kan voorstellen. Als ze zich even terugtrekken, komen ze tot rust. Aan dit soort momenten hecht iemand met autisme veel waarde, geef diegene hiervoor de ruimte. Het is aan te raden om ook een activiteit te zoeken die je alleen kan doen. Wat dacht je van een boek lezen, of het bespelen van een instrument?

5. Accepteer dat er minder behoefte is aan intimiteit en seks

Mensen met autisme kunnen intimiteit en seks veel intenser of juist minder intens ervaren. Mensen met autisme kunnen heel snel opgewonden raken, of juist helemaal niet, of moeilijk. Verder voelen mensen met autisme vaak niet aan als de ander wel behoefte heeft aan aanraking. Het lezen van lichaamstaal is moeilijk of zelfs een onmogelijke opgave. Als je iets wilt, is het het beste om dit gewoon aan te kaarten. Doe dit het liefst met woorden, om een schrikreactie te voorkomen.

6. Niet te veel dingen doen en zeggen tegelijkertijd

Zeg niet te veel tegelijk. Als je meerdere dingen te bespreken hebt, verspreid dit dan zoveel mogelijk over de dag, of als het kan zelfs week. Iemand met autisme raakt overprikkeld als je te veel dingen in één keer bespreekt. Hierdoor kan diegene een soort van dichtklappen, waardoor hij of zij niet meer in staat is om normaal antwoord te geven.

7. Geef duidelijk aan als dingen een grapje zijn

Grapjes kunnen verkeerd vallen bij mensen met autisme. Bepaalde humor is moeilijk te begrijpen. Het is niet dat mensen met autisme geen humor hebben – wel degelijk, je kunt enorm met ze lachen. Maar het moet wel duidelijk zijn dat het om een grapje gaat. Als je ziet dat de ander er niet om kan lachen, is het voor de ander niet duidelijk dat het om een grap gaat of heb je een hele slechte grap gemaakt. Hoe dan ook, geef duidelijk aan dat het een grapje is.

8. Wees leidend in het nemen van beslissingen

Mensen met autisme gaan het liefst grote beslissingen uit de weg. Dit is omdat zij een gebrek hebben aan sociaal- en probleemoplossend denken. Neem daarom het voortouw om bepaalde zaken aan te kaarten en vraag om zijn/ haar mening. Uiteindelijk kan je zelf de grote beslissing nemen, zolang je zijn/ haar visie maar meeneemt.

Lees ook:
Narcisme, wat is het en hoe ga je ermee om?
Migraine, spanningshoofdpijn of een kater? Dit zijn de 7 soorten hoofdpijn

Meer over: