Koopkracht is een vast onderwerp in jaarlijks terugkerende publicaties van het Centraal Planbureau (CPB). Koopkracht geeft aan wat huishoudens met hun inkomen kunnen kopen. Wat is koopkracht precies, hoe komen de koopkrachtcijfers tot stand en wat betekent het voor jou? In dit artikel lees je alles over koopkracht.
Wat is koopkracht precies?
Dit begrip geeft aan wat huishoudens met hun inkomen kunnen kopen. Hierin zijn voornamelijk beleidsmakers geïnteresseerd. Het Centraal Planbureau berekent daarom de koopkrachtverandering: hoeveel kunnen huishoudens volgend jaar meer of minder kopen dan dit jaar? De verandering in de koopkracht wordt meestal in procenten geschreven, om de inkomensgroepen met elkaar te kunnen vergelijken.
Waardoor verandert koopkracht?
De term koopkracht geeft aan ‘hoeveel geld een huishouden heeft om inkopen te doen’. Dat hangt natuurlijk in de eerste plaats van je inkomen af, maar net zo goed van wat je kwijt bent aan belastingen en andere vaste lasten. Op basis van berekeningen van het Centraal Planbureau worden er regelmatig – zo’n 5 keer per jaar – koopkrachtcijfers bekend gemaakt, die als uitgangspunt voor het regeringsbeleid dienen.
Koopkracht en het Nibud
Niet alleen het CPB buigt zich over koopkracht. Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) berekent jaarlijks met Prinsjesdag hoe het met de koopkracht is gesteld. Niet alleen loonstijgingen, ook overheidsmaatregelen en prijsontwikkelingen zijn van invloed op de koopkracht. Maar geldt dat ook voor jou?
Persoonlijke koopkracht
Het probleem is dat die cijfers feitelijk alleen voorspellingen zijn en niets zeggen over jouw persoonlijke koopkracht. Zowel het Nibud als het CPB werken met statistieken. Men kijkt naar doelgroepen, zoals; gezinnen met kinderen, middeninkomens, gepensioneerden en mensen met een minimumsalaris. En vervolgens worden er gemiddelden gepresenteerd. Die zeggen dus niet zoveel, en nog minder over je eigen koopkracht.
Koopkracht en je gemeente
Nog afgezien van allerlei extra inkomsten als huursubsidie of kinderbijslag maakt het bijvoorbeeld een heel verschil in welke gemeente je woont. Naast de inkomstenbelasting waarover de regering gaat, heb je immers ook gemeentelijke belastingen, en die van het waterschap. De praktijk leert dat je dure en min of meer voordelige gemeenten hebt. Voor je koopkracht maakt het niet uit of je aan ‘Den Haag’, aan je gemeente dan wel aan je waterschap moet betalen. Je houdt uiteindelijk minder geld voor jezelf over. Ook vanwege dit soort verschillen zeggen koopkrachtcijfers van het CPB, die toch al gemiddeld zijn, jou eigenlijk niets zo.
Koopkracht 2022
Er zijn verschillende veranderingen in 2022. Het belastingtarief in de eerste belastingschrijf daalt licht en bijna alle heffingskortingen stijgen. Ook de aftrekposten voor de hoogste inkomens en zelfstandigen dalen. Huurtoeslag en het kindgebonden budget zullen dan weer stijgen. Ook de maximale zorgtoeslag gaat omhoog, maar voor de hogere inkomens weer wat omlaag.
Internationale ontwikkelingen als handelsoorlogen met een mogelijk negatieve invloed op de koopkracht in ons land heeft het CPB noodgedwongen buiten beschouwing gelaten. Dat geldt ook voor milieumaatregelen die bijvoorbeeld je vliegvakantie een stuk duurder maken. Want ook voor vakantie is koopkracht voorwaardelijk.
Koopkracht huishoudens daalt gemiddeld 40 euro per maand in 2022
Het onderzoek van Nibud liegt er niet om: de koopkracht van huishoudens neemt dit jaar gemiddeld met 40 euro per maand af. Vrijwel iedereen gaat erop achteruit, vertelt de directeur van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Iedereen gaat het merken, is zijn strekking. Je gaat dit niet op je loonstrook merken, maar wel in de supermarkt, op de energierekening en aan de benzinepomp. Het leven is dit jaar helaas duurder geworden, wat resulteert in een dalende koopkracht. Volgens Nibud gaan huishoudens er van 10 euro tot 100 euro op achteruit.
Koopkracht en premies
Hoeveel geld je uiteindelijk overhoudt en vrij te besteden hebt, hangt in hoge mate af van de overheden en hun belastingen. Ook van je verplichte ziektekostenverzekering en de al even verplichte storting in je pensioenfonds. Hoe dat met die pensioenregeling (die misschien verlaagd worden) verder gaat, is onduidelijk. Er moet nog veel geregeld worden, bijvoorbeeld met betrekking tot freelancers die vooralsnog zelf voor hun ‘oude dag’ moeten of mogen zorgen. Als het inderdaad tot een pensioenkorting komt, betekent dat een aanslag op de koopkracht van ouderen. En dat is door het CPB niet meegenomen in de berekeningen. Het bureau voorspelt weer wel dat de ziektekostenpremies stijgen, vanwege de vergrijzing. Deze prijsontwikkeling is wel meegenomen door het CPB in zijn blik vooruit waar het de koopkracht betreft. Als je precies binnen de gemiddelden valt, zijn de koopkrachtvoorspellingen uitsluitend op jou van toepassing.
Lees ook: