Nieuwe planten hoef je niet bij het tuincentrum te kopen, die kun je óók zelf kweken. Van 1 grote plant in de vensterbank maak je heel makkelijk nieuwe kleine planten. Het kost helemaal niks en het plezier van groeiende en bloeiende kamerplanten, die je zelf hebt gestekt, is onbetaalbaar. Hoe werkt het stekken van kamerplanten?
Bijna elke plant kun je stekken
Eigenlijk kun je van elke kamerplant stekjes maken, maar bij sommige planten gaat dat wel heel makkelijk. Een goed voorbeeld is de graslelie. Als die plant het naar z’n zin heeft, maakt hij kleine versies van zichzelf, die aan een lange spriet uit de moederplant groeien. Die mini’s hebben zelfs al wortels. Afknippen, in een potje zetten: klaar. Net zo makkelijk stek je een pannenkoekenplant. Daar groeien kleine plantjes in de pot naast de moederplant. Die wrik je voorzichtig los en je geeft ze hun eigen potje.
Wortels laten groeien
Net iets meer werk is het stekken van een geranium of citroengeranium. Kies een takje van de plant, knip dat af en zet het in een glazen flesje of potje. Na een tijdje groeien er witte worteltjes uit de tak. Zijn er voldoende wortels, dan kun je het stekje in een pot met aarde planten. Op dezelfde manier stek je een monstera, dievenbachia en rhipsalis: je knipt een takje af, zet het in water totdat er voldoende worteltjes zijn gegroeid en daarna geef je ze een eigen pot, en in het begin een beetje extra liefde en aandacht.
Blad afknippen
Bij bepaalde planten hoef je geen tak af te knippen, je begint bij die planten met een blad. Dat geldt voor een sanseveria, cactussen en andere vetplanten. Je kunt zo’n blad meteen in de grond stoppen, en na een tijdje gaat hij groeien. Hou er bij een cactus rekening mee dat je de plek, waar het stukje cactus is afgesneden, eerst moet opdrogen voordat je het in de grond plaatst. Er is speciaal cactuszand, dat ervoor zorgt dat een cactus nooit teveel water krijgt.
Vierkantjes knippen
Wil je begonia’s stekken, knip dan een groot blad van de plant en knip dat in vierkantjes van een paar centimeter. Die begraaf je onder een dun laagje aarde en na een paar weken zie je kleine plantjes groeien op het blad. Dat geldt ook voor de alocasia, de olifantsoren.
Wortels scheuren
Toch kun je niet alle planten stekken. Sommige planten zijn alleen te vermeerderen door de plant in delen te scheuren. Dat is bijvoorbeeld zo met de lepelplant en bepaalde kamerpalmen. Gelukkig zitten er als je die plant koopt, meerdere takken in de pot en als je plant lekker groeit, kun je ‘m al snel delen. Dat is niet moeilijk: je haalt de hele plant uit de pot, trekt de wortelstelsels voorzichtig uit elkaar en plant elk gedeelte in z’n eigen potje.
Extra hulp
Ga je planten stekken, zorg dan dat de potjes schoon zijn en dat je verse potgrond gebruikt. Zo voorkom je plantenziektes. Een stekje dat net in de aarde staat, heeft nog veel water nodig, hou ‘m goed in de gaten. Om de nieuwe stek extra te helpen, kun je een plastic zakje om de pot spannen. Dan krijgt het stekje wel zonlicht en voorkom je dat de vochtigheid uit de aarde niet zo snel verdampt. Bovendien wordt het binnenin het zakje een stuk warmer, waardoor de plant sneller gaat groeien. Het tuincentrum verkoopt speciaal stekpoeder, dat ervoor zorgt dat de wortels van planten sneller groeien. Niet per se nodig, misschien wel handig.
Overal dezelfde plant
Ben je bang dat straks je hele huis vol staat met maar 1 soort plant, omdat je zo ijverig aan het stekken bent? Je kunt stekken delen met andere mensen met groene vingers. Op social media zijn groepen mensen die met elkaar stekjes uitwisselen. En een stekkie als cadeautje, in plaats van een bos bloemen of een fles wijn? Houden je vrienden ook van planten, dan is dat een perfect geschenk! Je kunt ook stekjes gratis halen of ruilen in de stekjesbieb.